Geschreven door Henk Kloepping
|
zaterdag, 7 januari 2017 |
Na de kerstrust begonnen vandaag de lessen weer op de molen van de Groote Polder. Lex was aan de beurt, maar ik woon immers achter de molen en dus stak ik over om even "veul haail en zegen" te wensen. Tijdens het gesprek kregen we het over de molen in Overschild (waar Lex molenaar is) en Lex reciteerde spontaan een gedicht dat hij ooit eens had gehoord over "zijn" molen. Het is vrij naar een gedicht van Bies van Ede uit zijn bundel "Achternamiddag" (1986, Haarlem). Lex heeft me verzekerd dat Bies hem toestemming had gegeven - dus kunt u het gedicht hieronder lezen...
Geen droever dorp dan Overschild, waar de kille molen "killed".. De Overschildjers blijven thuis want het is op straat niet pluis als de oostenwind gaat waaien en de wieken krakend draaien.
Langzaam malen dan de stenen kinderarmen, kinderbenen, en door Overschild klinkt zacht de kille molenaar die lacht.
Ze zijn zo bang in Overschild, waar de kille molen "killed", een angst die niemand kan vergeten zolang er nog kinderen Molenaars Kindermeel eten.. |