Het weer en veiligheid (dat wordt trouwens elke les meegenomen), basishandelingen en het achtkant.
Het toelatingsexamen wordt door het Groninger gilde afgenomen en het landelijk examen door de Vereniging De Hollandse Molen.
Als een molen 15 jaar of langer stilstaat moet hij vrijwel zeker volledig worden gerestaureerd.
Een molen die stilstaat wordt niet regelmatig bekeken. Kleine gebreken, zoals loshangende luiken, lekkages, roest, slechte delen in het rietdek e.d. worden dan niet tijdig opgemerkt. Wanneer die duidelijk zichtbaar worden, is de schade meestal reeds te groot om makkelijk te kunnen herstellen. De molenaar werkt met het instrument, inspecteert het instrument en houdt door het regelmatig draaien ook ongedierte op afstand en zorgt er ook voor dat het gaande werk soepel blijft.
Een belangrijke voorwaarde om in aanmerking te komen voor subsidies is dat de molen regelmatig draait.
Om de opleiding met succes te kunnen volbrengen zal men niet alleen zeer regelmatig de lessen van de instructeurs moeten bijwonen, maar ook veel op werkende molens moeten rondneuzen.
De duur van de opleiding is sterk afhankelijk van de cursist zelf en van de frequentie waarmee hij de instructieve bijeenkomsten bezoekt. Je kunt bij de MsMOG de totale theorie en voldoende praktijkervaring opdoen in één jaar, maar de meeste cursisten doen er wat langer over, typisch 2 jaren.
Nee, de molenaar hoeft niet met de molen te kunnen werken om toch het getuigschrift DHM te kunnen behalen.
Den Besten heeft op voortreffelijke manier de theorie over poldermolens op papier gezet.
Gastgevende molenaars zijn molenaars die een ruime praktijkervaring hebben en in staat zijn de theorie uit te leggen. Leerlingen kunnen bij hen (aanvullend) les krijgen en zo praktisch opgeleid worden en ervaring opdoen in het bedienen van de molens.
Nee, het is geenszins verplicht om bij een instructeur de praktijk te leren. Dit kan evengoed bij een andere, niet op de lijst voorkomende geslaagde vrijwilliger, die hiertoe bereid is.
Op de lesmolen van de instructeur. De leerling meldt zich bij het Gilde en ofwel heeft hij al een instructeur gevonden ofwel krijgt hij er een toegewezen.
De letter L op een weerkaart staat voor Lagedrukgebied.