De kapspanten staan met hun onderzijde op de spantring die op zijn beurt weer ligt op de roosterhouten.
Als de tap van de koningsspil niet in de lange spruit draait maar in een balk er achter, tussen de spruiten in, draait deze in een ijzerbalk.
Ligt aan de hoeveelheid rode koppen (duvejagers) die je ziet als je voor de molen staat. Zie je er 3 is het antwoord: “de steunder". Zie je er 5 heet hij “de burgemeester”.
De drie dieren die we in de kap vinden zijn: de ezel (de ophanging van de vangbalk), De haan bij de hanetree, het trapje om op de voeghouten te komen, en de hanebalk de verbindingsbalk in het midden van de kap tussen twee kapspanten. En niet te vergeten de mol de plank aan de bovenzijde van de kap om inwateren tegen te gaan.
Voor het omhoog zetten van de jukken worden 4 achtkantstijlen gebruikt. Deze zijn verbonden met de vaste legeringsbalken. De 4 andere achtkantstijlen worden aan de losse legeringsbalken bevestigd.
De vangbalk hangt meestal aan het rechter voeghout, oftewel aan de keerzijde.
Om het achtkant steviger te maken hebben we veldkruisen, veldstijlen en veldliggers.
In de winter krijgt de Noordpool door de schuine stand van de as van de aarde geen tot bijna geen zon. Hierdoor daalt de temperatuur sterk. De lucht wordt hiermee ook compacter en de gehele luchtlaag wordt hiermee dunner (in afstand) In de zomer is de Noordpool bijna de gehele dag door de zon verwarmd.. De luchtlaag wordt hiermee dikker. Door dit effect verschuift ook de straalstroom waardoor wij hiermee ook seizoensinvloeden krijgen.
Als je op het noordelijk halfrond met je rug in de wind staat, bevindt het lagedrukgebied zich links-voor.
Dit is de hoeveelheid vocht in de lucht in relatie met de temperatuur.
Bij een koufront komen snel sterk aftekenende wolken die veel beweging in zich hebben op je af. Bij een warmte front duurt het langer voordat deze er is. Dan krijg je eerst windveren in de lucht, daarna vaak als er nog zon zichtbaar is een halo om de zon en daarna wordt het egaal grijs en zijn er geen wolken afzonderlijk meer zichtbaar.
De molen moet van alle kanten vrije windvang hebben, dus zo weinig mogelijk hoge bomen en bebouwing in de directe omgeving.
De Hadley cel, de Ferrel cel en de polaire cel
In koude lucht zitten meer moleculen per kubieke centimeter.