Om de grote krachten die met name tijdens het vangen onstaan op te kunnen eh.. vangen.
Steenbalk.
De wipmolen heeft een spil die van het bovenwiel af naar beneden loopt. Die drijft de instrumenten aan die beneden in de molen staan. Die spil moet wel exact in het draaipunt van de molen staan, als daar een dikke stormpen zou zitten kan dat niet.
Nee, de wip was daar niet heel erg geschikt voor omdat hij er eigenlijk wat te krap voor is.
Dat is de staartbalk. Net als bij de standerdmolen is deze meestal met een zware pen in het achterste kalf van de voegburrie (de onderste burrieconstructie) gestoken.
De makelaar is vrijwel zeker ontstaan als enerzijds een fluitinstrument om de wijzigingen in windrichting te kunnen horen, anderzijds werd het ook de drager van de windvaan.
De koker van de wip bestaat uit vier zware stijlen met vier dikke planken er tussen. soms ook, bij kleinere molens, uit acht dikke planken.
Hstk 9.5.1, 3e paragraaf: “In de praktijk wordt daarom meestal maar aangehouden dat alles wat niet hoger is dan de stelling aanvaardbaar is.”
Zeewind ontstaat op warme voorjaarsdagen en vroege zomerdagen doordat de lucht boven land opwarmt, stijgt en daardoor onderdruk veroorzaakt. Deze onderdruk wordt gecompenseerd door koude lucht vanuit zee.
Voeghout (kaponderdeel), ezel (onderdeel van de vang), mol (kaponderdeel), velddorpel, langsligger en uitlater (bestaan niet), keerneut (kaponderdeel).
Het vulpunt van een vijzel zit altijd op dezelfde plek: onderaan de vijzelbalk, waar de duigen van de gangen beginnen.
Een donkere bui kan duiden op onweer en windstoten. Als je tijd genoeg hebt, afzeilen, roeketting en bliksembeveiliging erop en de teruglooppal.
Heel veel niet, zoals epilepsie, rugklachten of andere fysieke problemen, hoogtevrees, een structureel slecht humeur of gebrek aan motivatie.