Les 13
(2018)

De paltrokmolen is ontworpen als houtzaagmachine om het werk uit handen van handhoutzagers te nemen.

De paltrok is een onderkruier en kruit eigenlijk hetzelfde als een standaardmolen, draaiend op een koning waar ook het gewicht op rust.

Een pompraam fungeert als contragewicht om een molen met twee zaagramen regelmatig te laten lopen, er wordt geen water mee gepompt.

Tijdens het malen moet je erop letten dat bij het kroosrek geen ijsschotsen verzamelen die een vrije toestroom verhinderen.

De paaltjasker draait op een paal in het midden van een eilandje, terwijl de boktjasker rust op een rijdende driehoek en een paaltje onder water in een vijvertje heeft.

De paaltjasker heeft minder onderhoud nodig en wordt gekruind door de ton uit het water te tillen en te draaien. De boktjasker wordt gekruind door de bok over een betonnen ring te trekken.

Het schavot zit aan de voorkant om de zeilen te bedienen, de koning is het eikenhouten blok waarop de molen draait, de sleutelbalk is de centrale balk, luif is het afdak en schaarstokken houden de rolring op z'n plaats.

Meer dan 50 handzagers werden brodeloos door de komst van de paltrokmolen.

De ouderen konden vaak zagen slijpen op een wat beschuttere plek.

Een tonmolen heeft een buis met een schroef die water opvoert. Het grote nadeel is het gewicht van de buisconstructie.

Tjaskers zijn typisch Friese molentjes, buiten de provincie komen ze nauwelijks voor.

In andere streken deden weidemolens, Bosmanmolentjes en Amerikaanse windmotoren hetzelfde werk.

Een roerom zijn 4 houten plankjes die zorgen voor onder- en overdruk tijdens het draaien in bijvoorbeeld een weidemolen.

🔝