De zwaarste consequentie is de dood. Dat is helaas diverse keren voorgekomen. Statistisch is een molen draaien levensgevaarlijk.
De eerste bestaat uit de mensen dus die met/op de molen werken (molenaars, molengidsen etc.) De tweede categorie is die van de bezoekers die in de molen komen kijken.
Bij bezoek door een grote groep bezoekers is het stilzetten van de molen de beste maatregel om ongelukken te voorkomen.
Nee. Veiligheid is het bewust nemen van aanvaardbare risico’s.
Er is kippengaas op de planken gemaakt om grip te houden, verder moet je schoenen aandoen met goed profiel en goed kijken waar je loopt. In de winter het gaas ook even sneeuwvrij maken.
Daarover verschillen de meningen enigszins. Sommige klompen zijn speciaal gemaakt voor molenaars en hebben een zogenaamd “molenaarshakje”. Dat geeft een betere grip op het gevlucht en dan mag het. In het algemeen is het advies: niet op klompen in het gevlucht, dan nog liever op sokken.
De ‘rollende bolmethode’ wordt gebruikt om een analyse te maken waar op een object de bliksem kan inslaan.
Pas ervoor op dat niet de ene leerling de vang licht terwijl de andere leerling nog in het gevlucht bezig is. Dus: hij die voorlegt licht de vang en niemand anders.
Nee, maar je moet wel zoveel mogelijk in die geest werken. Het enige werk dat bij draaiende molen moet worden verricht is de controle van de vang. Gaat het erom te luisteren of de vang aanloopt, dan kan dat ook met alleen je hoofd door het luik. Controleer ook dit één- of tweemaal per maaldag.
De kruipaal rot typisch net iets onder het maalveld in. Je moet daar op letten omdat er grote krachten spelen bij het krooien en een afbrekende kruipaal deze krachten ontlaadt in de richting van de kruilier, waar de molenaar en zijn bezoekers typisch staan.
Als bij het krooien de kruiketting of -kabel zover rond de munnik wordt gewonden kan de ketting (kabel) in een zodanig verticale stand komen dat de haak de stellingligger enigszins omhoogtrekt.
Op de plek waar het kruirad door de balk gaat.
Jazeker.
Neen.
Het is het kettinkje waarmee het kruirad van een molen wordt vastgezet. Als het breekt of loskomt kan de molen zich loswerken, zeker bij een lichtlopend kruiwerk.
Het gegeven dat winden 's nachts tot stilstand komen, dan 's morgens wat op gang komen, 's middags verder aantrekken en dan weer afzwakken. “Gaande wind, 's ochtends een kind, 's middags een man en 's avonds is er niets meer van!”
Lange en korte burriebalken, steenbalk en steenlijsten, daklijsten en windpeluw.
Die hebben we niet. IJzerbalken vind je typisch in de wat grotere kappen.
Smeren, een brasem aanbrengen of verdikken of de slekken dunner maken.