In de winter zijn de bomen kaal en is het kouder. Er verdampt dus minder water terwijl er meer neerslag valt. Het winterpeil wordt daarom lager gehouden dan het zomerpeil om het land droog te houden. Het peilverschil bedraagt tussen de 10 en 15 cm. (In Flevoland waren de peilverschillen 20 cm.)
Het water kan sneller instromen omdat de opvoerwerktuigen achteruit zullen gaan draaien.
Tijdens het malen zal het water vlakbij de molen lager staan dan aan het eind van de polder. De molenaar zal een x aantal cms onder het gewenste peil doormalen en dan stoppen. Dit leert de molenaar al doende. De “kuil” wordt dan door de toestroom uit de rest van de polder naar de molen toe gevuld.
De molen levert het beste rendement bij 80 tot 90 enden. De vijzel of het scheprad heeft dan de meest gunstige snelheid. Draaien ze sneller dan wordt de kuil” achter de molen te diep waardoor het rendement terugloopt (molen moet hoger opwerken en kan zelfs op hol slaan), draaien ze langzamer dan loopt het rendement eveneens terug door teveel tijdgebruik.
De plukhaak wordt gebruikt om het kroosrek vrij te houden van drijvende waterplanten, stukken hout en ander drijvend afval om te voorkomen dat vijzel of scheprad vastlopen
De ijsbeitel dient om de vijzelbak, of het scheprad ijsvrij te houden, althans het ijs in zo klein mogelijke stukjes te stoten om bij invallende dooi te kunnen gaan malen. Ook het drijfijs dat voor het krooshek komt te liggen kan daarmee worden stukgestoten.
Tijdens malen bij vorst kan er onderkoeld water naar onder zakken tijdens de weg naar de molen en op de bodem ijskristallen vormen. Eenmaal ijs komt dit naar boven en kan het kroosrek volledig verstoppen. Vaak zitten er plantendeeltjes en modder in.
Hij smeert de bovenas bij de hals en de pen, controleert de beet en steek van bovenwiel en bovenbonkelaar, controleert en verwijdert eventueel nestmateriaal en andere ongerechtigheden op de kruiring. Verder worden alle taatsen en lagers gecontroleerd en zo nodig gesmeerd die hij van boven naar beneden tegenkomt.
Kaar controle, ligt er geen rommel in? Kropgatcontrole, is het niet volgelopen? Schuddebakcontrole, schuinte goed afgesteld, klapspaan, spekveter etc.?
Geen leken op de begane grond tijdens het opluien van zakken graan. Geen mensen bij geopende luiken. Eigenlijk liefst niemand dan alleen de molenaarsknecht beneden en de molenaar boven tijdens het opluien van graan. Verder op tijd het luiwerk uitschakelen om te voorkomen dat de zak te hoog komt en mogelijk zich om de luias heen slaat. Zorgen dat de op te luien zakken niet meer wegen dan 60 tot 65 kg. Arbotechnisch is 25 kg. gewenst en ook nog hanteerbaar.
Een kneushamer wordt gebruikt om een nieuw bilsel op te zetten. Het oude moet dan helemaal worden weggeslagen met de kneushamer. Ook plaatselijke verdikkingen worden ermee verwijderd.
Kammen worden gevoerd als ze los blijven zitten en de borgnagel of kamwig niet verder kan worden aangeslagen. Men neemt een strookje zeildoek en doet dat aan de werkzijde van de kam en plaatst de kam terug. Indien te weinig dan beide kanten van de kam met zeildoek voeren. Borgnagel en/of wig terugplaatsen en aanhalen. Hopen dat het nu wel goed is.
Het is langdurig heet en droog geweest. Hierdoor zullen vele houtverbindingen krimpen en zo mogelijk losser zitten. Vooral opsluitwiggen van drijfwielen zullen hier last van hebben. Controleren dus, wouterlatten lossen, wiggen aanhalen en de wouters weer terugplaatsen. Ook weer niet te vast aanslaan want daardoor kunnen de wielen gaan vervormen en dat is ook niet goed.
Het lijkt erop dat je overvallen bent door een plotseling opkomende onweersbui met bijbehorende wind van achter. Kennelijk ben je vergeten, omdat het zo lekker ging, om regelmatig even buiten te kijken. Stom, we hebben het je al zo vaak verteld. Zo snel mogelijk vangen, teruglooppal plaatsen tenzij de molen al achteruit loopt DAN MOET JE MET JE FIKKEN VAN DIE TERUGLOOPPAL AFBLIJVEN, roeketting erop en bliksemafleider. Bij voldoende tijd één zeil wegnemen (liefst buitenroe) en het lege eind boven zetten. Alle bijstaande werktuigen zo zwaar mogelijk zetten en hopen dat es goed afloopt.
Zoals de naam zelfzwichting al zegt, de molen regelt zichzelf er kan gewoon worden doorgewerkt. Een nadeel is dat de stroomlijn van de zelfzwichter minder is en ook zullen de kleppen bij de zelfzwichter meer wind doorlaten waardoor rendementsverlies. Dit weegt echter ruimschoots op tegen het gebruiksgemak ervan vooral bij korenmolens die een zo constant mogelijke snelheid moesten hebben.