Molens met vertikale wielen en met horizontale wielen.
Horizontale wielen hebben een sterke straal nodig om te kunnen werken. Hiervoor is dus groot verval nodig. Deze molens komen in bergachtig gebied voor.
Er zijn onderslag-, middenslag- en bovenslagraderen. Bij bovenslagraderen stoormt het water via een houten goot boven op het rad in bakjes waardoor het rad gaat draaien. Bij midden- en onderslagraderen komt het water tegen schoepen aan waardoor het rad gaat draaien. Hier is de waterstroom verantwoordelijk voor het draaien en bij de bovenslagraderen het gewicht van het water in de bakjes.
Een waterrad bestaat uit een houten velg met spaken vastgezet op een as. Aan de velg zitten schoepen (plankjes) vastgepind met soms aan de buitenzijde nog een ring om ze met elkaar te verbinden. Middenslagraderen hebben vaak gebogen schoepen (metaal) om het water beter vast te houden.
Turbines zijn horizontale schoepenwielen die door een krachtige, verticale waterstroom in beweging worden gezet. Met kleppen kan de waterstroom geregeld worden zodat de turbine harder of zachter gaat draaien (meer of minder belast kan worden)
De windkorenmolen heeft de aandrijving van bovenaf en de watermolen van onderaf. Eigenlijk alle wielen en overbrengingen zitten onderin de molen. Bij de windmolens zit alles meestal boven de steenzolder.
Watermolens hadden (hebben) stuwrecht, d.w.z. zij mogen het water in de aanvoerende beek opstuwen, meestal in een vijver, zodat de molen zeker is van water om te kunnen draaien.
Over het algemeen levert de watermolen een regelmatige gang en is ook beter bekend hoeveel kracht de molen levert. De windmolen is grilliger in de werking vanwege onregelmatigheden in windsterkte.
Aangezien de wind in Nederland meestal ruimend omgaat (linksom) wordt de kruiketting links gelegd en de bezetketting rechts. Dit om zo nodig wat mee te kunnen kruien.
Nee, als er een bui of depressie ten zuiden langs trekt leggen we de kruiketting krimpend omdat de wind zal gaan krimpen en we dan krimpend meekruien.
Een riviermolen staat vaak op een schip en heeft een erg breed waterrad. De molen werkt op de stroming van de rivier. In Nederland kwamen ze vroeger wel voor. Het rendement van de molen ligt niet erg hoog.