Les 06
(2019)

Een melkachtige bewolking duidt op de nadering van een warmtefront. Er is weersverandering op komst, dit kan overigens in tegenstelling tot een koufront tamelijk lang duren.

De relatief warme lucht in het warmtefront schuift langzaam over de koude lucht heen en het duurt lang om de koude lucht te verdringen. Beetje druilerig weer met meestal langdurige regenval. Bij een koufront schuift de koude lucht onder de warme lucht door en verdrijft de warme lucht erg snel. Vandaar korte stevige buien met windvlagen en opklaringen.

NW-winden scharrelen een beetje tussen W en N waardoor de molenaar regelmatig ruimend en krimpend moet kruien en eveneens soms moet zwichten en bijleggen i.v.m. de wispelturigheid van de wind.

Dit is de zeewind. Alleen in de zomer. Ontstaat bij rustig weer met weinig wind als het boven land veel warmer is dan boven zee. De warme lucht stijgt op en koele lucht vanaf zee vult aan. Het koelt sterk af, rond de middag maar tegen de avond verdwijnt de zeewind weer.

Als de depressie ten Z langs trekt zal de wind gaan krimpen en zitten we in de rustige bovenkant. De molenaar legt de kruidraad krimpend en zal mee kruien met de wind. Geen extra alertheid geboden.

De lucht verandert naar grijzig en wat later kan het gaan regenen. In de winter bij temperaturen onder nul zeilen klampen i.v.m. bevriezen. Mocht de kruiketting nog krimpend liggen dan deze omleggen naar ruimend. Wind zal toenemen en ruimen naar ZZW of ZW en het klaart op. De luchtdruk gaat stijgen evenals de temperatuur. Als het warmtefront is gepasseerd volgt er een koufront waarbij de wind sterk zal toenemen dus waakzaamheid is geboden. Na passage van het koufront (soms volgt er nog een) zal de wind meestal ruimend flink toenemen tot hard en stormachtig. Wees alert op een klap onweer en als je het niet vertrouwt, afzeilen, teruglooppal, roedketting en bliksemafleider erop.

Als je de molen nog niet hebt opgezeild, doe dat dan nu ook niet. Wacht rustig tot de wind is gedraaid naar W richtingen en bekijk dan of je alsnog gaat malen. Als je toch “overvallen” wordt door deze depressie: Molen stilzetten, zo snel mogelijk afzeilen en vervolgens met roedketting, bliksemafleider en teruglooppal beveiligen. Naar binnen gaan en wachten tot het over is. Denk eraan: tijdens het passeren van de depressie krimpt de wind eerst naar het ZO (matig), wordt dan zwak of valt helemaal weg en komt vervolgens hard tot stormachtig uit het NW met later kans op buien.

Een beetje afhankelijk van de soort molen stopt de vrijwillig molenaar bij windkracht 7 en hoger. Bij een licht draaiende en onbelast molen zal dit overigens al bij B 5á 6 zijn. zeker in de winter. We hoeven er tenslotte niet meer mee te verdienen.

Bij een goede molenbiotoop vangt de molen vanaf alle kanten voldoende wind om goed te kunnen draaien. Dus geen of zo weinig mogelijk hoge bomen en/of bebouwing in de directe omgeving.

STAAT NIET IN HET BOEK, maar het is de Noordoostpassaat.

Beschermende kleding, veiligheidsschoenen, maalboekje, goed humeur.

Buienradar, KNMI, div. weersites, de radioweersberichten en in de molen zonder elektriciteit zelf goed naar de lucht kijken, de barometer en eventueel een donderglas.

Respectievelijk krul, regen, wind, hoog en laag.

🔝