Les 30
(2019)

Het end dat onder staat wordt met kettingen of touwen vastgelegd aan de dichtstbijzijnde kruipalen of op de stelling aan de liggers vastgehaakt. Het onderste end wordt tevens voorzien van een bliksembeveiligingskabel waarbij men zorgt dat de klemmen goed contact maken (even draaien voor blank metaal). Verder de steekborden verwijderen, bij zelfzwichters de kleppen blokkeren en, indien aanwezig, stutten in het bovenwiel zetten. Op korenmolens kunnen ook nog eens de maalstenen in het werk en op elkaar worden gezet als extra weerstand.

Het kettinkje kan vrij dun zijn, omdat er niet zoveel kracht op komt te staan. Het heeft als functie te voorkomen dat het kruirad kan draaien. Als het kruirad los staat kan de molen spontaan gaan kruien, zeker als de kruidraad krimpend ligt en dat is niet de bedoeling.

In de zomer werd er nauwelijks gemalen en de molenaar nam de zeilen af en zette het gevlucht overhek om de roeden zo droog mogelijk te houden. Tevens staken de roeden niet zo hoog in de lucht waardoor de kans op blikseminslag verminderd zou worden.

Vreugde: het bovenste end moet nog bovenkomen (komend) en rouw: het bovenste end is onderweg naar beneden (gaand)

Reuzel wordt gebruikt voor het smeren van de kruivloer, de overring, de kuipneuten en de hals en penlager van de bovenas. Ook de tappen worden met reuzel gesmeerd. Bijenwas wordt (verwarmd) gebruikt om de kammen en staven te smeren. Raapolie wordt gebruikt om taatspotten te smeren.

Bij het rondsmeren van de molen worden alle plaatsen nagelopen waar vet, olie of bijenwas als smering dienstdoet. Zonodig wordt er bijgesmeerd met het juiste smeermiddel.

Een vetboor dient om oud en hardgeworden vet uit het smeergat van een standerdmolen te verwijderen. Hierna kan er weer nieuw vet worden ingebracht om de stormpen te smeren

Dit is het eenvoudigste te smeren kruiwerk. De asjes in de rollen hebben zo af en toe een druppeltje olie nodig en dat is alles. Wel zorgen dat de rollenbaan vrij blijft van onrechtmatigheden, anders gaat er zwaar gekruid worden.

De smeerklos zit aan de keerstijl van het voorkeuvelens vast en houdt de vetkluit op z’n plaats die voor smering van het halslager zorgt.

Gebroken halssteen, te weinig vet, te diep uitgesleten halslager, hard stukje steen in het lagerprofiel. De halslager mag eigenlijk niet warmer worden dan handwarm anders wordt de smerende werking van de reuzel te klein. Zo af en toe de molen stilzetten en even voelen kan beslist geen kwaad, zeker als de molen niet al te licht draait.

Door verkeerde slijtage komen er vezels en soms zelfs jaarringen van de kammen en staven los te liggen. Goed in de was houden en regelmatig controleren of alles nog wel in lijn ligt voorkomt een groot deel van het vlezen.

🔝