Met wind, met water of met een paard (ros). Vroeger ook wel met ezels, honden en nog eerder ook wel menskracht.
Vierkante molens ( standaard, wip-, paltrok- en spinnekopmolen), Achtkante en zeskante molens ook als stelling- en belt-molens, grondzeilers (ook als zelfzwichter), torenmolens (soms op belt), ronde stenen molens (ook met stelling of op belt), weidemolens, tjaskers, veelkante molens.
Een wateraangedreven molen loopt regelmatiger en is beter in te stellen, mits genoeg water. Nadeel is dat ze, zeker in Nederland, minder krachtig zijn. De grootte van het rad is bepalend en kan minder groot worden uitgevoerd dan een wiekenkruis.
Bij een beltmolen kan de molen door blijven draaien tijdens het laden of lossen van graan in de molen. Dat kan trouwens ook bij een stellingmolen. De belt zorgt nog voor een ander voordeel nl. dat de onderste ruimte gelijkmatiger blijft van temperatuur. Een nadeel kan zijn dat het er vochtiger blijft.
Zetelkruiwerken: standaard- , wip-, weide- en spinnekopmolens, sleepkruiwerken, rollenkruiwerken.
Een binnenkruier heeft het kruiwerk boven in het achtkant op de kruizolder en hij komt voor in Noord Holland.
Het Engels kruiwerk (ijzeren rollen op een rail en het rollenkruiwerk (iepenhouten rollen).
Beide zijn sleepkruiwerken alleen heeft een neutenkruiwerk, evenals het rollenkruiwerk, een kruikuip met keerneuten nodig om afglijden van de kap tegen te gaan.
Het was altijd een goedkoop en veel voorhanden materiaal om daken mee te dekken dus ook molens.
Bij een bovenkruier draait alleen de kap, bij de onderkruier (slechts 1 soort) draait de hele molen, dit is de paltrok.
Sluierbewolking overgaand in dikker wordende bewolking met miezer regen en weinig wind.
Elke bui brengt z’n eigen wind mee, Dus de overtrekkende bui zal zorgen voor een plotselinge draaiing van de wind van 180 graden. Molenaar, leg de molen vast met de bliksemafleider erop. Als je denkt genoeg tijd te hebben zeil dan ook af en zet een leeg end boven. HET KAN HEEL SNEL GAAN.
Één tot anderhalf uur vooruitkijken is al mooi om het weer te kunnen voorspellen.
Mol, peulhout, korbeel, tussendrempel, legeringsbalk, voorlopermantje, stormmantje, veldkruis, tussenstijl, uittimmermantje, ezel, scheg, boventafelement, uitbreker. Mol, ezel en stormmantje horen bij de kap; tussendrempel, voorlopermantje en tussenstijl bestaan niet in de molen.