Les 10
(2020)

De standerdmolen is een vierkante houten buitenkruiende grondzeiler met zetelkruiwerk.

De 2 hogen teerlingen liggen in NZ richting ,de 2 lage dus in OW richting

Kruisplaatsleutels zijn leidzame wiggen, die door of in een keep van de kruisplaten tegen de standerd worden geslagen (zie fig. 5.1.2.4 in het lesboek).

Een leidzame wig heeft een lange schuine kant, scherpe hoek aan de punt. Een niet leidzame wig is korter en heeft een stompere hoek. Zie ook vraag 6 van de vragen van 17 maart 2018.

Een standerd die een dak heeft op de voet. Dat kan een half- of geheel gesloten voet zijn.

Dat is een andere naam voor de binnenste steekband.

Als het goed is 100%.

De zonneblokken zijn bedoeld om vocht dat tussen de kruisplaten en stiepen komt snel te laten verdampen. Dit om rot te voorkomen. Bij een gesloten standerdmolen is er een dak (de paraplu) en zijn ook de stiepen ommuurd. Er kan dan eigenlijk geen regenwater tussen de stiepen en de kruisplaten komen en het waait ook niet echt droog. Ze zijn dus eigenlijk overbodig. Een artefact uit het verleden.

Niet. De kruisplaten liggen los op elkaar.

De beide zijkanten van een standerdmolen worden zijwegen genoemd.

De stormpen smeren, controleren of de steenbalk niet is doorgebogen, Brasem opdikken of de slekken op de zetel dunner maken.

Het korbeeltje zit bovenaan het trapbint en is korter dan de weegbanden.

Het spoorblok zit tegen het achterkalf aan dat samen met het voorkalf tussen de burriebalken het gat vormt waar doorheen de stormpen steekt. Bij verregaande slijtage is zo’n spoorblok gemakkelijker te vervangen dan de kalven.

Bij de stormpen is in de steenbalk vaak een smeergat aangebracht, hier wordt met reuzel gesmeerd. Bij de zetel kan reuzel van buitenaf worden aangebracht.

Op de steenbalk.

Daklijst, steenlijst, waterlijst (ezelsbruggetje voor de oudere Groningers: DSW, de Dienst Sociale Werken, de oude naam van de plantsoenendienst in Groningen).

Vooraan, boven het stormbint ligt de windpeluw op de daklijsten. Midden op de windpeluw, op het steenbed, ligt het hardstenen halslager van de bovenas. Hierop rust 90% van het gewicht van de bovenas en het gevlucht. Om dat gewicht goed op te vangen wordt de windpeluw, die al zeer zwaar is uitgevoerd, bij sommige molens nog extra ondersteund door een blokkeel dat op de borstnaald rust zodat via deze borstnaald ook de tempelbalk, de steenbeddebalk en de voorzomer mede de druk op het halslager helpen opvangen.

Dat zijn roosbouten.

De Hadley cel.

Je tikt in de zoekbalk van Google dan het volgende in: site:www.msmog.nl/downloads/vragen filetype:pdf en daarna wat je zoekt. Bijvoorbeeld, waar stond ook alweer wat over de steekband?

🔝