Les 17
(2021)

Door bebouwing rondom de molen ving hij onvoldoende wind meer. De molen moest dus worden verhoogd of er werd direct een hogere molen gebouwd. Om nu toch de zeilen te kunnen bedienen en te kunnen kruien werd er een stelling aangebracht.

De Groninger stelling is “zuinigjes” uitgevoerd met schoren onder de hoeken en zijschoren ook wel kraaiepoten genoemd tot 1/3 onder de liggers. Dit deed men uit zuinigheid. De stelling wordt hierdoor iets minder sterk. Ook in Friesland en Drenthe wordt dit type stelling gevonden. In in de rest van Nederland werden onder alle liggers van de stelling schoren aangebracht.

Nee, soms staan de schoren rechtop op het molenerf bijv. in de zaanstreek en steunen zo de stelling. Dit gebeurt bij niet te hoge stellingen en ze worden dan stellingstutten genoemd.

De buitensluiting zit aan de buitenkant van de stelling net onder de liggers, de binnensluiting zit onder de liggers tegen het molenlichaam aan, de ondersluiting komt voor bij houten onderachtkanten waarop de schoren rusten en de bovensluiting bestaat niet.

De vinken dienen als ondersteuning voor de schoren onder de stelling en houden ze d.m.v. ankers op hun plaats.

Liggers, stellingplanken, schoren met eventueel hulpschoren, baliestijltjes, baliedelen, bovendekkers. Balieschoortjes.

Leklatjes zitten onderaan rondom de schoren en dienen voor het afwateren van regenwater. Zo wordt voorkomen dat regen naar binnen de molen sijpelt.

Dat is de beltmolen. I.p.v. een stelling rondom staat de molen op een aarden berg met kruipalen en meestal met gras begroeid. Deze berg heeft dezelfde functie als de stelling. Voordelen van de beltmolen: altijd dezelfde temperatuur in de onderbouw, er is meestal een goede invaart, vaak ruime opslagmogelijkheid onderin. Een nadeel: het kan er vochtig zijn.

Zetelkruiwerk, schuifkruiwerk, rollenkruiwerk.

Engels kruiwerk kruit vaak zeer licht dus moet het goed worden vastgezet om raggen te voorkomen.

Aangezien alle werktuigen bij een standaardmolen in de kast boven het kruiwerk zitten zal de molen zich niet afzetten. Hierdoor kan het kruiwerk ook licht worden uitgevoerd en hoeft de molen ook niet zo zwaar worden geborgd.

Er moet eerst gesmeerd worden, of de steenbalk is wat doorgezakt waardoor teveel gewicht op de onderzetel rust: oplossing is het dunner maken van de slekken of het opdikken van de brasem.

Voeghouten kruiwerk en hier zitten keerklossen of klampen onderaan de voeghouten die tegen de kruiring aanlopen. Vet houden maar niet teveel.

Het Engels kruiwerk. De kuip dient alleen als takjesvanger en dat er geen vogels binnen kunnen komen. De asjes van de rollen moeten zuinig gesmeerd met wat olie. Voorkom dat de rail vettig wordt want dit trekt alleen maar vuil aan waardoor het kruien stroever gaat.

Zet de staart goed vast met de bezetketting en de kruireep en plaats eventueel nog een blok onder de staartbalk.

Voeghouten kruiwerk en neutenkruiwerk zijn sleepkruiwerken. Er draait of rolt niets, het schuift alleen maar.

Bij een neutenkruiwerk schuift de kap over neuten op de kruiring. Aan de buitenkant moet de kap dus worden tegengehouden en dit gebeurt met de keerneuten in de kuip. Voor de voeghouten zie het antwoord op vraag 14 hierboven.

🔝