a. Rollenkruiwerken en b. schuifkruiwerken. Bij a. Engels kruiwerk, houten of gietijzeren rollenkruiwerk en het paltrokkruiwerk. Bij b. voeghouten-, neuten- en zetelkruiwerk.
Bij het schuifkruiwerk.
Bij de rollenkruiwerken en het neutenkruiwerk voorkomt een kuip met keerneuten dat de kap van het achtkant kan afschuiven en bij het voeghouten kruiwerk zorgen keerklossen onder tegen de voeghouten hiervoor.
Het Engels kruiwerk bestaat uit twee rondlopende rails, 1 op de kruivloer en 1 onder de overring waartussen gietijzeren rollen lopen die aan buiten en binnenzijde van een flens zijn voorzien. Hierdoor kan de kap niet van de rail afschuiven en is een kuip dus niet nodig. Er zit meestal wel een plaatijzeren kuip omheen maar deze dient om vuil en vogels tegen te houden. Soms is hij doorgeroest en vallen de gaten erin.
Eigenlijk rust alle gewicht van de paltrok op de koning. De rollen zouden allemaal vrij lopen als de paltrok perfect in evenwicht zou zijn. Meestal leunt de molen door de winddruk iets naar achteren zodat de rollen aan de kruiwerkkant wat gewicht te dragen hebben.
Dit heeft te maken met de draaicirkel van de rollen. Als de rollen recht zouden zijn zouden ze tijdens het kruien kapotgedrukt worden. De kruivloer loopt hierom iets naar buiten af en de overring loopt iets naar buiten op.
Dit moet een molen zijn met een grote kap, dus we praten dan over de Noordhollandse binnenkruier.
In de kruivloer zit een uitneembaar gedeelte, de rollensluis, waar rollen kunnen worden gewisseld voor nieuwe. De kap wordt daarvoor zover rondgekruid dat de kapotte rol eruit kan worden genomen en vervangen.
Als de rol precies aan de andere kant van de rollensluis zit moet de molen één keer helemaal rond worden gekruid aangezien de kap de dubbele afstand aflegt die de rollen afleggen.
De meestgebruikte houtsoort hiervoor is iepen. Iepenhout splijt niet en heeft als tweede eigenschap dat ingedrukte rollen hun oude vorm weer aannemen als de rol iets wordt gedraaid.
Bij het houten rollenkruiwerk dienen de rollenwagens aan de buitenzijde gesmeerd te worden want deze lopen tegen de keerneuten aan en verder de kopse kanten van de rollen en de overring. Bij het Engels kruiwerk hoeven alleen de asjes van de rollen gesmeerd. Voorkom troep op en tussen kruivloer en overring. Hierdoor wordt het kruien een nodeloos zware klus. De neuten bij het neutenkruiwerk zijn iets afgerond en soms met ijzer beslagen. Waarom beslagen? De neuten slijten hierdoor minder en het kruien gaat ook iets lichter.
De onderkant van de overring goed in het vet houden en verder de buitenkant van de overring. Deze glijdt langs de keerneuten en moet goed vet worden gehouden.
De kruivloer wordt bovenop en aan de binnenkant van vet voorzien.
De standaardmolen draait op de stormpen en deze wordt van vet voorzien via een smeergat en ook de neuten van de zetel worden via een smeergleuf gesmeerd. Bij de wipmolens worden bij beide zetels de raakvlakken van de burriebalken gesmeerd en indien aanwezig de neuten op de zetels.
Bij de paltrokmolen wordt de pen en het draagvlak van de koning middels een smeergat van vet voorzien en de zijkant van het ronde deel van de koning eveneens.