Les 15
(2022)

In verband met de steeds wisselende richting van waaruit de wind waait, zijn molens zodanig gebouwd, dat de kap en het wiekenkruis naar de wind gekeerd kunnen worden.

Een binnenkruier is een bovenkruier waar de molen vanuit de kap op de wind wordt gezet.

Dat moest wel want de staartkruiing bestond in de veertiende en vijftiende eeuw nog niet. Die kwam pas in de tweede helft van de zestiende eeuw.

Een voordeel is dat de kap makkelijk en gelijkmatig te kruien is. Een nadeel is dat twee man nodig zijn om te kruien maar dat zal in die tijd geen bezwaar zijn geweest.

Het lijkt wel wat op het kruiwerk van een zelfkruier. Daar heb je ook een tandring die via een stelsel van raderen wordt aangedreven.

De oudste constructies zijn veel gecompliceerder dan het ‘eenvoudige’ binnenkruiwerk van een houten achtkant.

Houten achtkante binnenkruiers treffen we nagenoeg uitsluitend nog aan in de provincie Noord-Holland.

In alle achtkante binnenkruiers hangt het kruiwerk tussen de voeghouten vlak achter de windpeluw.

Onweershoek!

Achter de kruipol bij het kruirad steekt een ijzeren pen door de munnik die voorkomt dat deze tijdens het kruien uit de pollen draait.

Dat is ook niet makkelijk! Maar het lukt door een groot kruirad te hebben (grote hefboom) waar de molenaar vaak met zowel zijn handen als voeten kracht op uitoefent. Verder is er een takelblok waarmee ook twee keer zoveel kracht kan worden gezet (ten koste van de snelheid) en zijn de kappen op de binnenkruiier groot.

Deze voorkomt, samen met de kruireep, het raggen van de kap.

De kap kan twee kanten uit raggen, dus heb je een bezetketting en de kruireep.

De kruireep wordt zwaar belast en kan daardoor zwakker worden. Als de kap ragt tijdens het malen wordt er steeds aan de kruireep gerukt en kan die plots breken. Daarom borgt men de kruireep door er de doodketting over te spannen en die met de schotel vast te zetten.

Er wordt daar vrijwel altijd al gebruik gemaakt van metalen kruikettingen of stalen kruidraden.

Ze zitten aan een balk vast die op de roosterhouten is bevestigd.

Beide hebben maar 2 spaken. Maar de spaken zijn halfhouts in elkaar gewerkt bij een kruihaspel, dus liggen in hetzelfde vlak. En bij het windkoppel zitten ze achter elkaar gestoken en dus liggen ze niet in hetzelfde vlak.

Een zelfkruier heeft geen staart maar is wel een buitenkruier!

Jazeker - dat heeft men bijvoorbeeld in Engeland nog (Clayton)!

🔝