Zeilen zonder vang op het gevlucht mag je NOOIT bijleggen. Alleen of niet alleen, ALTIJD de vang erop voordat je je naar het gevlucht begeeft.
Roedketting klaarleggen inclusief bliksemafleiderkabel bij in geval van nood je de kabels en ketting direct aan kan haken.
Aanvankelijk werd het gevlucht overheks gezet. (Minder hoog en goede waterafvoer) en naderhand werden er koperen draden langs vastgezet met een punt op het eind en een doorverbinding naar de ringleiding rond de molen.
Nee, overschakelen op aluminium is beter. De geleiding is iets minder maar de boel is veel minder diefstalgevoelig.
Door alle geleidende metalen delen met elkaar en een ringleiding met aarding te verbinden kunnen gevaarlijke spanningsverschillen worden opgeheven waardoor minder kans op kortsluiting of brand.
De kabel mag geen breuken vertonen, het rubberomhulsel mag niet gescheurd of gebarsten zijn en de aansluitingen van de kabel op de aardingsklemmen moeten goed vastzitten zonder veel gebroken draadjes.
Hou je molen zoveel mogelijk stofvrij, hou er een strikt rookverbod op na, loop een of meerdere brandrondes als er met vuur of slijpschijven wordt gewerkt, controleer de vang op temperatuur nadat er bij harde wind is gevangen, zorg voor zo weinig mogelijk rietpluimen aan de binnenkant van je rietdek (wegknippen).
Altijd alles uitschakelen bij het verlaten van de molen (hoofdschakelaar) , electrische installatie regelmatig laten keuren, geen te oude elektrische apparaten (kachels, theelichtjes etc.) gebruiken.
Als de molen eenmaal stilgezet is de vang en het bovenwiel gaan koelen met water (gevlucht vastzetten met ketting en indien mogelijk gelichte vang) Neem hiervoor alle tijd want het kan nog uren duren voordat een vang veilig is afgekoeld. Hete lagers af laten koelen en van nieuwe olie of vet voorzien
Pas ervoor op dat niet de ene leerling de vang licht terwijl de andere leerling nog in het gevlucht bezig is. Hanteer daarom als vaste regel op de molen, dat degene die de zeilen voorlegt of wegneemt, ook de vang licht.
Je moet altijd de vang er op leggen! Ga nooit voorleggen of bijleggen zonder dat de vang er op ligt, dat is levensgevaarlijk!
Zorg ervoor dat niemand de vang kan lichten als je in het gevlucht bezig bent. Leg in dat geval de roekettingen aan de roe en gebruik de kneppel en het lekentouwtje.
Deze stroomsterkte kan, als gevolg van de hoge elektrische spanning, tot wel 200.000 ampère oplopen.
De vangstukken van een Vlaamse vang heten, vanaf rechtsonder in het rond: buikstuk, teenstuk, schouderstuk, kopstuk en sabelstuk.
Een molen met een vlakke zeeg heeft meestal een smal gevlucht. Dergelijke molens draaien vrij snel en hebben relatief weinig kracht. Oliemolens doen het prima met een vlakke zeeg. Een molen met een vlakke zeeg draait al bij weinig wind vrij snel.
Hulpschoren worden vaak kraaienpoten genoemd. Bij deze hulpschoren is een buitensluiting noodzakelijk.