De meest ideale omloopsnelheid van maalstenen is ca. 90 omwentelingen per minuut. Dat is dus anderhalve omwenteling per seconde.
Een pelsteen gaat zo ongeveer 3 x per seconde rond (180 toeren).
De stellingzolder... maar je mag ook meelzolder zeggen. En als er gepeld zou worden mocht pelzolder ook, maar dat is niet zo op de Entreprise.
De loper.
Omdat er ruimte moet zijn voor het graan om naar buiten te gaan vanuit het kropgat, om daarna gekneusd te worden.
Rechtsom.
De voormolen. Die zit dus aan de ACHTERkant van de molen.
De steenspil komt voor als een doorlopende ijzeren as (het staakijzer) met houten bekleding - of als een houten spil met afzonderlijk tap- en klauwijzer.
Dit is een boom waarmee je via hefboomwerking de loper op kunt lichten. Hiermee is de druk van de loper op de ligger in te stellen.
Hiermee kun je de molen uit het werk zetten.
De steenbus is van hout of metaal en zit in de ligger (in het steengat). De hals van de bolspil draait in de steenbus.
Nee, de ligger blijft gewoon liggen... de loper gaat naar boven als ik aan het lichttouw trek.
In de taatspot is voldoende ruimte om een lichte scheefstand aan te kunnen, dus: de bolspil zal daar niet in aanlopen als je de steen licht.
Het paard is de totale constructie waar de pasbalk in beweegt. De ezel is het deel van het paard waar de pasbalk in scharniert.
Nee, je kunt met de duw- en trekwiggen de boel stellen.
Een kruisvonder is een constructie met een dubbele hefboom, die veel nauwkeuriger lichten van de loper mogelijk maakt. Maar ook minder kracht vereist. Met name handig op molens met een grotere loper.
De wind zal tijdelijk uit de richting van de buienwolk komen. De molen vangen en wachten tot de bui gepasseerd is.
Ja, het is ook bedoeld om de molenaar te beschermen tegen het in de wieken lopen.
De steekboRRRRden er allemaal uithalen (en niet alleen de onderste).
Kan dagen blijven, is stabiel en goed bruikbaar als maalwind. Vaak koud en helder weer.