De uiteinden van sommige (oude) roeden zijn vaak open; er kunnen dan vogels in nestelen. Daarom zijn nieuwe roeden met spreeuwenplaatjes ontoegankelijk gemaakt. Deze zijn in de roede gelast, in de opening. Om regenwater af te voeren zijn de spreeuwenplaatjes van twee gaten voorzien en zijn de hoeken schuin weggeknipt.
Ten eerste draaiden molen vaker en dus hadden vogels minder kans. En tweedens werden de molen indertijd overhek (lange rust) weggezet. Dat vinden vogels ook minder prettig.
Wanneer een houten rol is geknapt mag men niet meer kruien. Probeer dan eerst de rol zodanig te draaien dat deze nergens de kruivloer en overring raakt. Zet hem dan vast en verwijder alle losse stukken. Hierna kun je weer kruien. Je moet de rol uiteindelijk wel vervangen.
De punt van de duim moet scherp zijn zodat de beugel van de vangbalk er niet op kan blijven liggen.
Eerst de rietdekker bellen. Verder kun je het riet rond het gat van binnenuit vastzetten. Neem enkele latten die langer zijn dan het gat en knoop in het midden van iedere lat een stuk touw. Steek elke lat naar buiten, leg hem horizontaal over het gat ter hoogte van een rietlat en bind de lat strak vast aan genoemde rietlat.
Men kan de levensduur van katoen- of half synthetisch doek sterk verlengen door de zeilen om de paar jaar te impregneren met dekkledensmeer (Hydrolin), waarmee ze enigszins waterafstotend worden.
Tijdens het malen zal het water vlakbij de molen lager staan dan een eind verderop de polder in. De ervaren molenaar zal om het juiste peil te bereiken wat langer doormalen omdat nadat hij is gestopt er nog water zal toestromen waardoor het juiste peil tot stand komt.
Het uitgraven van een paal die men wil vervangen doet men zodanig dat de stevige grond rond de oude paal niet al te veel wordt verstoord. Trek een denkbeeldige lijn vanuit de koningspil door de kruipaal naar buiten. Voorbij de kruipaal, op die denktbeeldige lijn, graaf je een geul. Bij de kruipaal vrij diep, verder naar buiten steeds minder diep. Je trekt de kruipaal dan naar buiten en laat de nieuwe er weer inzakken.
Het rendement is de wateropbrengst bij een zo gunstig mogelijk malende molen. Meestal zo’n 80 tot 90 enden.
In de zomer is er meer verdamping, warmer en blad aan bomen, terwijl in de winter over het algemeen meer neerslag valt.
Als je om welke reden dan ook per sé moet kruien kun je de vijzel uit het werk zetten. Een vastgevroren vijzel kan het best langs natuurlijke weg ontdooien. Je kunt ook proberen met een ijsbeitel de boel los te hakken.
De werkkant: dat is de kant waarmee de kam drukt (als het gaat om een wiel dat via de kammen een ander wiel aandrijft), of die gedrukt wordt (als het gaat om een wiel dat via de kammen aangedreven wordt).