Les 32
(2023)

Dat is een trog. Dat is een uitloper van een Lagedrukgebied. Het gaat om een mini-lagedrukgebied. In de kern stijgt warme lucht op. De trog voorspelt niet veel goeds, er ontstaan vaak forse buien door het grote temperatuursverschil tussen kern en omgeving en omdat de kern een aanzuigende werking heeft is er dus geen sprake van een relatief rustige kern, zoals bij de rug.

Henderika Schrik was de dochter van de molenaar van de molen van de Groote polder. Ze is in 1888 verongelukt. Ze was op slag dood. De les die je hier uit leert is dat je altijd rechtsaf de deur van de molen uit moet lopen en altijd hekjes moet plaatsen.

Veiligheid is in de eerste plaats een kwestie van mentaliteit. Men moet bereid zijn te werken volgens elementaire veiligheidsbeginselen, anders zullen ongelukken op den duur niet uitblijven.

Zelfs een molen die niet draait kan gevaar opleveren voor de molenaar of voor bezoekers. Molens zijn oude werktuigen. Dat betekent dat bepaalde onderdelen vergaan of versleten kunnen zijn, zonder dat dit wordt opgemerkt. In Nederland verkeren de meeste molens gelukkig in een redelijke tot goede staat van onderhoud. Het is echter gevaarlijk daarop volledig te vertrouwen.

In elke molen dient een EHBO-trommel aanwezig te zijn. Deze moet voor iedereen goed zichtbaar opgehangen worden. Maak in noodgevallen gebruik van alarmnummer 112. Laat de plaatselijke brandweer eens een oefening bij de molen houden. Denk vooraf goed na over wat er gedaan moet worden bij eventuele ongevallen en bespreek dat met alle vrijwilligers.

Onweer!

Traptreden kunnen zover zijn uitgesleten dat men eraf kan glijden of er doorheen kan zakken; trapleuningen dienen vast te zitten; leuningen moeten dicht bij de trap zijn geplaatst om verkeerd-om afdalen te voorkomen, de constructie moet stevig zijn, haakjes of grendels om de trap vast te zetten moeten aanwezig en deugelijk zijn, de trap moet niet achterover kunnen vallen.

In elke molen dient een EHBO-trommel aanwezig te zijn. Deze moet voor iedereen goed zichtbaar opgehangen worden. Zorg voor borden met korte instructie voor brand en ongevallen met daarop ook adres van de molen en het 112 alarmnummer. Laat de plaatselijke brandweer eens een oefening bij de molen houden. Denk vooraf goed na over wat er gedaan moet worden bij eventuele ongevallen en bespreek dat met alle vrijwilligers. Hang brandblussers op en zorg er voor dat de vrijwilligers er mee om kunnen gaan.

Gebruik bij werk op hoogte deugdelijk klimmateriaal en een valbeveiliging. De Arbowet stelt hieraan zeer strikte eisen.

Sluit verfbussen, flessen met verdunningsmiddelen, jerrycans met brandstof e.d. na gebruik goed af en zorg ervoor dat ze niet kunnen omvallen of bekneld raken. Bewaar ze in een afsluitbare kast of kist.

Ook de kwaliteit van een veel kleiner kettinkje, het z.g. spaak-kettinkje, is van belang . Controleer vooral de bevestiging ervan. Immers, zonder dit kettinkje of bij breuk ervan staat de molen vrij. Controleer ook de stevigheid van het bevestigingspunt van de bezetketting.

Dat de stellingschoor van de vink wordt getrokken door te lang doorkruien. De kruidraad of ketting trekt de stelling dan omhoog met mogelijk noodlottige gevallen.

Pas ervoor op dat niet de ene leerling of molenaar de vang licht terwijl de andere nog in het gevlucht bezig is. De vang hoort dus altijd bediend te worden door dezelfde persoon die in het gevlucht moet werken.

Grijpt een rukwind een loshangend zeil dan is er in de regel geen houden aan. Laat het zeil maar vliegen. Daarna kan het mogelijk wel weer vastgezet worden.

🔝