Les 25
(2024)

Buiten de kap zitten de schoren aan de spruiten vast. Hiermee wordt de kracht van de kruikabel overgebracht van de staartbalk naar de kap.

De fokwiek (Fauël wiek) is een achter en naast de roe aangebrachte halfronde constructie die de windborden vervangt en de wind van voor naar achter het gevlucht leidt. De zo ontstane windstroom zorgt voor onderdruk achter de zeilen, wat zeilslag vrijwel onmogelijk maakt en veel extra kracht oplevert.

Beide zijn sleepkruiwerken alleen heeft een neutenkruiwerk, evenals het rollenkruiwerk, een kruikuip met keerneuten nodig om afglijden van de kap tegen te gaan.

Beaufort was een Iers marineofficier die aan de hand van de zeilvoering een indeling van 13 windsterktes maakte, van windstil (0) tot orkaan (12). Voor de molenaar zijn de windsterktes B 3 t/m 6 interessant. Vanaf 3 kunnen molens draaien en vanaf 7 staan de meeste molens stil. Alleen de pelmolen kan vaak nog tot 8, maar dan is het ook gebeurd. Opruimen, veilig stellen en naar huis toe.

Een kroonwiel met staven maar zonder bovenschijf heet een dollenwiel.

Nee, een varkenswiel is geen kroonwiel maar een sterwiel.

De Stauferpot is een voorloper van de vetspuit. Het is een gesloten pot met een deksel erop geschroefd. Aan de onderkant van de pot zit een kleinere opening met draad er in getapt. Daar past een metalen leiding in (ook met draad). Die leiding loopt naar het te smeren onderdeel. De Stauferpot wordt omhoog gedraaid op de leiding, dan worden de leiding en de pot gevuld met vet. Dan komt de deksel er op. Als je nu de pot een paar slagen draait, drukt het vet zich door de leiding naar het te smeren onderdeel. Je vindt de Stauferpot op plekken in de buurt van een slecht bereikbaar lager, zoals de tapneuten of het onderste lager van de vijzel (waterlager).

Als het waterlager niet met vet wordt gesmeerd gaat het meestal om een watergesmeerd lager. Die lagers zijn voorzien van binnenmantels met sleuven waar het water in kan komen om zo tussen as en lager te smeren.

Een gietijzeren bovenas heeft ribben om de stijfheid van de as te vergroten en tegelijkertijd met minder (duur) gietijzer te hoeven werken.

Twee gangen die je op of bij de vijzel vindt zijn de maalgang en de gang van de duigen.

De twee soorten petten op een molen zijn ten eerste de plankjes met lijsten die boven op de kopse kant van de schoren worden geplaatst. Die petten dienen om het water te keren voor het de nerven van de schoren kan bereiken. Ten tweede zie je petten op de hoofden van de molenaars. Die dienen soms ook als waterkering maar ook als bescherming tegen felle zon. En als een extra sensor die voorkomt dat je je hoofd stoot.

Het kan zijn dat het gevlucht naar achteren is verzakt. Dan komt het waterhol mogelijk binnen de molen te liggen wat de lekkage verklaart, en de askoop loopt (soms) tegen het steenbord. Een situatie die op de molen van de Groote Polder daadwerkelijk is voorgekomen (en hersteld door de molenmaker).

Wouterlatjes dienen er voor de wiggen op hun plek te houden. Ze worden met spijkers vastgeslagen, maar die spijkers worden er niet helemaal ingeslagen. Als de wig los gaat zitten zit er speling tussen wouterlatje en wig. Als de oorzaak van het los zitten is gevonden en ofwel is verholpen ofwel akkoord is slaan we de wiggen weer aan en herplaatsen de wouterlatjes strak tegen de wig aan. Weer met de spijker er een stukje uitgelaten.

Een lantaarnwiel is een rondsel met lange staven en kleine schijven.

Als je bovenwiel keurig gevangen stilstaat en je gevlucht draait sneller en sneller rond dan heb je waarschijnlijk te maken met verrot boshout. Door het vangen en de loswerkende stroppen valt het boshout er dan uit of wordt kapot gemalen. Dat is werkelijk gebeurd op de Middelmolen in Molenaarsgraaf, zie Gildebrief jaargang 43, nummer 2, pagina 16.

Je smeert het bovenwiel niet, je smeert de kammen van de bonkelaar. Dat is veel minder werk en het is even effectief. Dan smeer je de zogenamde “drukzijde”: dat is die kant die door de kammen van het bovenwiel “aangeduwd” wordt, dus: de kant an de keerzijde (als je in de kap staat met je rug naar de penbalk is het de rechter zijde)

De mol is de plank boven op de kap en dient om inwateren te voorkomen. Je kunt malen, maar bel de eigenaar dat de mol vastgezet moet worden. Molenmakerswerk!

🔝