Het voordeel van het om de roe slaan van de roeketting is dat de ketting de roe goed kan houden, ook in een zware storm. Nadeel is dat je roe er van slijt, er op die plekken waar de ketting langs de roe schuurt roestvorming optreed met verzwakking ten gevolge.
Nee, zeker niet, dat gaat je kammen kosten. De pal alleen inlaten bij stilstaande molen!
Verwijder alle steek- en windborden. Krui de molen op de verwachte windrichting voor het gaat stormen - zeker voor molens met zelfzwichting. Breng een extra roeketting aan en leg die om een eigen kruipaal of stellingligger.
De vetboor dient om oud vet uit het smeergat van de stormpen te boren zodat je er daarna verse reuzel in kunt drukken. Hij ziet er uit als een overmaatse kurketrekker en hoort op de standerdmolen.
De pal is waarschijnlijk klem komen te zitten omdat de wind achter tegen het gevlucht blies. Even de vang lichten en gelijk weer laten zakken helpt dan.
De zijkanten van de kast van de standerdmolen heten zijwegen.
Het hele achtkant wordt in de werkplaats gebouwd, zorgvuldig genummerd en dan weer uit elkaar genomen. Dan transport naar de lokatie. Daar bouwt men eerst twee jukken op, bestaande uit twee achtkantstijlen, een aantal vaste legeringsbalken en korbelen. Die worden omhoog gezet en dan worden de losse legeringsbalken er overheen gelegd. Dan volgen de korbelen en resterende achtkantstijlen. Ter versteviging worden veldkruisen aangebracht.
Dit is een aanduiding die weinig of niet wordt gebruikt. Dat komt omdat het slechts één type molen betreft, namelijk de paltrok. Dit type molen wordt in zijn geheel op de wind gezet.
De rijklamp rust in - de rust.
Je kunt de pelsteen niet niet versterken door er een ijzeren band om te doen omdat de zijkant van de steen wordt gebruikt om het product te bewerken.
De watermolen is een door water aangedreven molen, de “wottermeulen” is een windgedreven molen die water pompt.
De non is korter dan de kandelaar en zit dichter bij het eind van de staart.
Door een latje tussen de rijklamp en de rust te plaatsen.
Het gebruik van een staalkabel in plaats van een vangketting is af te raden omdat de conditie daarvan niet is te controleren. Een staalkabel kan er aan de buitenzijde nog prima uitzien terwijl van binnen al vele strengen zijn geknapt of doorgeroest. Dit is overigens ook zo voor de kruidraad.
Bij het werken in het gevlucht moet er met een goedgekeurde valbeveiliging worden gewerkt. Hierbij gaan minimaal twee mensen aan de gang. Eén is de buddy die kijkt of het klimtuig op de juiste manier is aangetrokken. Hij zorgt er in de kap voor dat de valbeveiligingslijn goed gezekerd is. Eerder mag nummer twee niet het gevlucht in. Veiligheidsschoenen, overall en valset aan. Zonder valbeveiliging mogen alleen zeilen worden voorgelegd, bij al het andere werk aan of in het gevlucht moet de valbeveiliging worden gebruikt.