Als de roeden zijn verbonden met koperkabel (via de askop) is dat een vorm van potentiaalvereffening. Dat is nodig om bij blikseminslag de spanning tussen de roeden gelijk te krijgen zodat er geen vonken over kunnen springen tussen de roeden.
Je kunt bij onweer niet gewoon doormalen omdat de bliksem in kan slaan en je geen bliksemafleider aan kunt leggen. In Duitsland zijn overigens molens die ook bij draaiend gevlucht nog bliksemafleiding hebben, middels banen koper op de bovenas met geleidende wieltjes die de stroom af kunnen leiden.
Om roestvorming op de klem van de bliksemafleider te neutraliseren zie je molenaars bij het aanbrengen van de klem de klem aandraaien en dan een paar keer wrikken. Dit schuurt de eventuele beginnende roest af.
De molen moet stofvrij worden gehouden om brand te voorkomen. Stof is erg brandbaar, smeult, is licht ontvlambaar en bovendien verspreidt stof het vuur zeer snel. Voer rommel en troep af, des te minder brandbaar materiaal is er.
De rookkast is een plaatstalen kist of een houten kist, aan de binnenkant bekleed met blik. In de kist bevinden zich (metalen) schotjes. Aan de onderkant komt een kachelpijp naar binnen. De rook gaat door de rookkast, waarbij de vonken (kleine brandende deeltjes) tegen de (metalen) schotten slaan en verbranden. Aan de bovenkant maar dan versprongen zit een afvoer. De rook komt daar dan zonder vonken uit.
Noordwest - werkwind. De wind is onregelmatig, flakkert en wappert. Veel zwichten en bijleggen dus, met name voor korenmolenaars. Bij de poldermolen is het minder erg.
Voor je het maalkoppel open legt, controleer je de steenkraan, waar je volledig op moet kunnen vertrouwen. Als die het begeeft is dat levensgevaarlijk!
Tegenwoordig ontvangen we graag bezoekers op de molen. Dat was vroeger beslist niet zo, je kwam de molen niet in als je er geen werk wilde laten verrichten of verrichtte.
Tot op de steenzolder, zeker niet in de kap!
De eigenaar van de molen draagt de grootste aansprakelijkheid voor de veiligheid op de molen. Hij heeft een zorgplicht en moet zorgen voor een veilige omgeving voor vrijwilligers en bezoekers door de bezoekers schriftelijk te wijzen op de risico’s en regels te stellen.
Het spoorblok is voorzien van een halfronde inkeping en zit ingelaten in de lange burriebalk en klem tegen het achterkalf in de zetel. Het spoorblok dient om de kast rechtop om de standaard te laten draaien.
De voorzoom is onderdeel van het gevlucht, de plank die de wind klieft. De voorzomer is een balk die op de lange burriebalken ligt aan de gevluchtszijde van de molen.
Een gezakte bovenas kan komen door: 1. zetting en krimp van (nieuw) hout; 2. de voeghouten buigen door of de koppen zijn verrot; 3. de windpeluw is verrot; 4. het steenbed, is verrot; 5. de halssteen is te diep uitgesleten of gebroken.
De mol is de plank boven op de kap en dient om inwateren te voorkomen. Je kunt malen, maar bel de eigenaar dat de mol vastgezet moet worden. Molenmakerswerk!