De vorm van de aarde, zee en land, onregelmatig oppervlak van de aarde, bergen, dalen, bossen en weiden, meren, bebouwing.
Als je meerdere opties hebt voor een onderhoeksknoop, kies dan degeen die het best bij je past en hou die consequent aan. Een leermeester zal je nooit een knoop aanleren die niet door de examencommissie gekend is en bij voorkeur die knopen leren die in de streek vanouds werden gebruikt.
Bij het afzeilen is het van belang dat de onderhoeksknoop met één hand los kan worden getrokken.
Onder molenaars is het te doen gebruikelijk de molen alleen te gebruiken als de wind onder de windkracht 8 is. Beginnende molenaars of molenaars op een molen die ze niet goed kennen zijn meestal terecht nog wat behoudender.
De onweerswolk! Dit zijn sterk vertikaal ontwikkelde cumuluswolken. Cumulonimbus zijn onweers- of buienwolken en hierbij komen sterke vertikale windsnelheden voor, waardoor er een enorme hoeveelheid neerslag kan vrijkomen.
De nadering van een warmtefront kondigt zich aan door hele hoge bewolking (Cirrus), gevolgd door een steeds lager hangende grijze lucht. Er valt een constante stroom lauwe regen uit. Na het overtrekken van het front klaart het op en wordt het warmer.
Het Wegener-Bergeron-Findeisen proces is het proces dat ijskristallen laat groeien ten koste van waterdruppeltjes. Er vormen zich meer waterdruppeltjes boven water dan boven ijs - en zo bewegen de watermoleculen zich in de richting van het ijs dat daardoor aangroeit.
Die Romeinse soldaten marcheren in stevig gesloten (dichte) rijen en lopen vlot door. Ze dragen speren en alles moet voor ze wijken. Een koufront dus. Je ziet het ook aan het symbool op de weerkaart, de speerpunten steken er uit!
De verstoring van de windvang en turbulentie. Daarnaast is het aanzicht van de molen mogelijk in gevaar.
De nokhoogte mag op 400 meter 3 meter plus de hoogte van de onderkant van het gevlucht zijn, De goothoogte is de hoogte van de goot - daarboven komt dan nog het dak. En als dat een mansardedak is, bijvoorbeeld, kan het wel 3 meter boven die goot uitsteken.
Als een molen niet draait duurt het maar 10 tot 15 jaar (H2 pg 3) voor de molen aan restauratie toe is.
Om de windrichting te bepalen volg je met je vinger de isobaar die het dichtst in de buurt van de molen loopt. Je draait ofwel Linksom (bij een Laag) of recHts om bij een Hoog.
Een AM radio. Op deze band hoor je onweer al van 100 km af. Dit is een licht gekraak tussen de ruis door. Afhankelijk wat je dan zelf buiten ziet kun je op tijd maar niet te vroeg stoppen met draaien en de bliksemafleider aansluiten.
Bijvoorbeeld: een goed humeur, werkschoenen met versterkte neuzen of klompen, een overall of andere werkkleding, een mutsje of pet, zonodig wat proviand.
De stijlen kunnen op peulhouten staan. Deze zorgen ervoor dat er geen vocht in de stijlen optrekt waardoor rotting wordt voorkomen.
De vuistregel is “zo lang het veilig kan”. De meeste molenaars houden het bij windkracht 7 wel voor gezien. Ervaren pelmulders durven het met 8 ook nog aan.