We leren mio’s niet met de vang te lopen terwijl deze bediend wordt. Dit doen we omdat je, als je struikelt tijdens het lopen, de vang dan niet meer correct kunt bedienen en deze misschien zelfs loslaat, met alle gevolgen van dien.
Een andere naam voor een vangstok is wipstok.
De vang is, wanneer de vangstok horizontaal of iets naar beneden wijst, gelicht.
In de Achterhoek, delen van Brabant en Limburg zijn veel molens zonder vangstok.
Je staat links van de staart en je trekt de vang aan tot de vangstok geheel naar beneden is getrokken. Daarna laat je de vang iets vieren totdat je het idee hebt dat deze op de duim of de klamp ligt. Als dat zo is, trek je het vangtouw of de ketting iets aan om zeker te weten dat de vang goed in de klamp of achter de duim terecht is gekomen. Dit wordt ook wel "tokkelen" genoemd.
Je staat rechts van de staart en je trekt het vangtouw iets aan, net zover dat de vang achter de duim of van de klamp is gekomen. Nu laat je het vangtouw gestaag vieren (niet te langzaam, maar ook niet ineens) totdat je merkt dat de vang zijn werk doet. Als het gevlucht bijna stilstaat, trek je de vangketting iets aan en laat je deze daarna rustig vieren om de schok uit het gevlucht te halen.
Het lichten van een vang met een klink doe je ongeveer hetzelfde als het lichten van een duimvang. Het maakt echter niet veel uit waar je staat. Als de vang volledig is gelicht, laat je de vangstok iets zakken en zal de vang in de klink vallen. Ook hier wordt getokkeld om zeker te zijn dat de vang niet net op het hoekje van de klink rust.
Het opleggen gebeurt ook op dezelfde plek bij de staart als het lichten. Het opleggen gebeurt door een rukje te geven aan het vangtouw en daarna rustig het vangtouw iets te laten vieren. Als dit soepel gaat, laat je het vangtouw gestaag verder vieren (niet te langzaam, maar ook niet ineens) totdat je merkt dat de vang zijn werk doet. Als het gevlucht bijna stilstaat, trek je de vangketting iets aan en laat je deze daarna rustig vieren om de schok uit het gevlucht te halen.
Een trommelvang zal niet werken als de kettingen in dezelfde richting zijn opgerold.
Nee, dat kan niet. De reden hiervoor is dat het vangtouw niet vrij naar beneden kan hangen tijdens het kruien. Een vangtouw aan de buitenzijde van de molen kan wel, omdat dit makkelijk meedraait tijdens het kruien.
Een vangbalk is wel met de vangstok te bedienen, omdat je te maken hebt met een hefboomprincipe. Een lang deel dat uitsteekt kan door zijn lengte in verhouding met het korte deel meer kilogrammen optillen dan je er aan gewicht aan hangt.
In het noorden van het land zitten kralen aan de ketting om bij regenachtig weer toch voldoende grip te hebben. In de rest van het land is vaak het laatste deel van de vangketting een touw.