Les 10
(2017)

Molens willen ruimend om omdat het gevlucht in de draaibare kap kracht uitoefent op de koningspil die de werktuigen aandrijft in het stilstaande molenlichaam. Aangezien de aangedreven werktuigen zich in de kast van de standaardmolen bevinden en de hele kast wordt gekruid zijn er geen krachten die zorgen dat de molen ruimend om wil.

Teerlingen zijn gemetselde stiepen, meestal in N – Z hoog en O – W laag richting. Ze zijn niet even hoog. Het verschil in hoogte is ongeveer gelijk aan de dikte van de kruisplaten.

Kruisplaten zitten niet aan elkaar vast en liggen los op de zonneblokken op de teerlingen. Ze worden op hun plaats gehouden door de standaardklauw, die over de kruisplaten heen valt.

De ideale gewichtsverdeling van de kast op de standaard is ca. 80 % van het gewicht op de stormpen en 20 % op de zetel.

De steekbanden (8 in totaal en verdeeld in 4 buiten- en 4 binnensteekbanden) staan onder een hoek van 45 tot 55 graden tussen zetel en kruisplaten boven de zonneblokken en zijn daar gepend ingelaten. De steekbanden dragen het gewicht van de kast erboven.

De zonneblokken liggen op de teerlingen en zorgen ervoor dat de kruisplaten, die erop rusten, zo droog mogelijk blijven.

Als een standaardmolen zwaar kruit kan het zijn dat hij onvoldoende gesmeerd is. Dit is te verhelpen door goed te smeren bij de stormpen en de zetel.

Hoekstijlen, tempelbalk, steenbeddebalk, voorzomer en borstnaald en enkele weegbanden.

De middenbalk zit niet in het midden maar iets naar voren vanwege het zware gevlucht aan de voorkant.

Het spoorblok is voorzien van een halfronde inkeping en zit ingelaten in de lange burriebalk en klem tegen het achterkalf in de zetel. Het spoorblok dient om de kast rechtop om de standaard te laten draaien.

De eerste gevluchten van molens waren dwarsgetuigd. Op de roeden staken de hekken even ver vóór als achter uit en lagen de zeilen er in de volle breedte over. Al vrij snel begon men, vooral in Nederland, het gevlucht te wijzigen in het oud-hollands wieksysteem wat nog steeds gebruikelijk is, met de moderne aanpassingen zoals Busselneuzen, Dekker- en fokwieken, waardoor meer trekkracht werd ontwikkeld.

🔝