Les 11
(2017)

Het spoorblok is een blok in de burrie, dat voorkomt dat er te veel horizontale beweging in de molen voorkomt. Als een molen overmatig veel horizontale beweging kan maken “spoort de molen niet”.

De teerlingen bij een standerdmolen zijn de stenen fundamenten van de molen. Ze lijken wel wat op dobbelstenen, maar dan rechthoekig. Er mee gooien kun je niet.

Om te compenseren voor het gewicht van het gevlucht.

Niet goed gesmeerd zijn, doorzakken van de steenlijsten, steenbalk rot.

Het gewicht van de molen wordt voor 80 procent of meer gedragen door de steenbalk (op de stormpen) en voor de rest door de zetel rond de stormpen. De windpeluw draagt weliswaar het gevlucht, maar geeft de krachten door aan de rest van de molen.

Een windkoppel heeft twee spaken, die versprongen ten opzichte van elkaar in de munnik steken.

De loopschoren zijn er om te voorkomen dan de molen tijdens het malen omgaat. Ze houden de molen dus op zijn plaats. Ze hoeven maar heel weinig krachten te kunnen verdragen: omdat de instrumenten in de molen staan en met de molen meekruien worden er geen rechtsom (ruimende) krachten uitgeoefend op het molenhuis.

Ja, dat is waar.

Omdat de kruisplaten dan zouden breken door het grote gewicht van de molen.

Deze dragen de kruisplaten en brengen het gewicht van de molen over op de teerlingen. De wind kan er vrijelijk doorblazen en dus is de kans op rot veel kleiner dan wanneer de kruisplaten rechtstreeks op de teerlingen zouden rusten of zouden zijn ingegraven in de grond, zoals men vroeger wel deed.

De Wet van Buys Ballot – als je met je rug in de wind staat ligt de kern van het lagedrukgebied links vóór je.

🔝