Het grootste verschil tussen standaard- en wipmolen zit in de werking. Bij de standaardmolen zitten alle werktuigen in de kast en bewegen mee als er gekruid wordt en bij de wipmolen is de standaard hol en worden de werktuigen aangedreven door de koningspil die in de standaard draait.
Zwaar kruien kan ontstaan door doorzakken van voegburriebalken en/of steenburriebalken. Eventueel kan de bovenzetel uitgerust worden met glijneuten, waardoor de steenburriebalken weer beter gaan dragen.
Het wippen van de molen ontstaat voornamelijk doordat de beide zetels vrij dicht bij elkaar zitten en er altijd enige ruimte moet zijn. Deze ruimte zorgt ervoor dat het bovenhuis beweegt tijdens het draaien.
Het kruiwerk van de wipmolen is zwaarder uitgevoerd omdat er grotere krachten op worden uitgeoefend. Het bovenhuis kan zich afzetten tegen het draaiende scheprad. Een standaardmolen heeft alle werktuigen in de kast die meedraait met het kruien.
De wipmolen is een Zuid Hollands molentype en is vanuit de standaardmolen ontwikkeld als poldermolen. Dit type molen dreef/drijft meestal een scheprad aan.
Het onderste gedeelte van een wipmolen heet ondertoren.
Vaak werd de ondertoren bewoond door de molenaar en z’n gezin. Een uitzondering bijvoorbeeld is de korenwipmolen in Weesp, hier werd ruimte gebruikt voor opslag van graan.
Steenburriebalken, voegburriebalken, voor- en achterzomer, kruisbalk, steenlijst, daklijst, borstnaald met eikel, windpeluw, wolfsbalk, keer- en weerstijl, makelaar.
De hangbomen hangen aan de staartbalk en zijn onderaan met elkaar verbonden door een slof. Op deze slof rusten de trapbomen die boven aan de achterzomer vastzitten. De hangbomen zorgen voor de juiste schuinte van de trap.
Een windkoppel bestaat uit vier spaken die tegenover elkaar door een kruiboom zijn gestoken en gebruikelijk op een standaardmolen. Een kruirad of een kruiwiel bestaat uit tenminste zes spaken, onderling verbonden door stalen ringen.
Bij een wipmolen komen veel grotere krachten vrij bij het kruien maar ook tijdens het malen. De molen zal zich afzetten tegen het scheprad. Er is dus een stevig kruirad nodig, een windkoppel zou te snel stukgaan.
Ja. Ook een wipmolen wil zich afzetten tegen de aangedreven werktuigen. Een bezetketting heeft dus dezelfde functie als bij een achtkante bovenkruier.
Het spaakkettinkje heeft als functie dat het kruirad niet terug kan draaien waardoor de molen los komt te staan. Regelmatige controle van de bevestiging (meestal met een kram) is noodzakelijk, maar wordt nog wel eens vergeten.