Les 26
(2017)

In Groningen heeft gepelde gerst (gort) veel langer als volksvoedsel gediend, dus de pelmolens hadden in Groningen nog steeds werk.

De meeste Groninger pelmolens hebben ook een maalkoppel zodat bij te weinig wind er toch gemalen kan worden. Verder draaien de pelstenen in Groningen op vaste persbalken (er zit geen lichtwerk op zoals de Zaanse). Krapper of ruimer zetten gebeurt alleen als de molen stil staat.

De slagbalken dienen als beveiliging bij uitelkaar vliegen van de pelsteen. Slagbalken zitten op de pelvloer tussen de koppels.

Er wordt altijd gewerkt met beide koppels. Terwijl er op één koppel wordt gepeld, wordt het andere koppel geleegd en gereedgemaakt voor een nieuwe lading. Pellen kost erg veel kracht, er wordt dus gepeld met veel wind, 6 Bft en hoger, dus de kans dat de molen op hol slaat is groter. Daarom dient de molen permanent belast te blijven.

Het pellen van gerst gebeurt aan de buitenzijde van de steen, dus mogen er geen banden omheen zitten. Zog- , waai- of windkerven zijn openingen aan de onderkant van de pelsteen die ervoor zorgen dat er een luchtstroom op gang blijft die koelt maar ook de gerstkorrels weer omhoog stuwt tijdens het pelproces. Pelstenen zijn uitgerust met een handgat. Waarom?

Het handgat dient om bij de steenbus te kunnen smeren.

Er zitten helemaal geen scherpsels op het doodbed. Is ook nergens voor nodig er wordt gepeld aan de buitenkant van de steen en niet ertussen.

Doordat het pelproces veel energie kost wordt er alleen gepeld bij harde tot stormachtige wind. Het pellen mag niet veel langer duren dan 2 tot 3 minuten i.v.m. warmteontwikkeling. Terwijl het ene koppel pelt kan het andere worden geleegd en het pelkaartje worden gevuld voor de volgende pelbeurt en zo voort. Dit kan niet anders dan met minimaal twee mensen worden gedaan.

Het pelblik is de huid van de pelkuip en zit op ongeveer 1 á 1 ½ cm. van de pelsteen. Het bestaat uit blik met gaatjes met punten naar binnen en naar buiten en als de gerstkorrels langs deze puntjes komen dan wordt de kaf van de korrel afgeschuurd. De gaatjes met de punten naar buiten zorgen ervoor dat de kaf en het meel (dust genoemd) worden afgevoerd naar de dustgroep.

De zifterij dient voor de reiniging vooraf aan het pellen en sortering nadien van de gerst op korrelgrootte.

Trekblokken worden gebruikt om de zifterij en de waaierij in en uit het werk te zetten en de snelheid te regelen. Riemen of touwsnaren lopen via het trekblok vanaf bolspil of koningsspil naar de waaierij of zifterij. De trekspanning wordt door een katrolletje en een gewicht geregeld.

Dust bestaat uit doppen, kaf en gerstemeel (slijpsel) van de gepelde gort. Het werd gebruikt als veevoeder maar als er niet teveel kaf in zat werden er ook spekkendikken van gebakken. Een lekkernij in vooral Oost Groningen.

🔝