De in 1923 opgerichte vereniging ’De Hollandsche Molen’ trok zich het lot van de molens sterk aan en schreef een prijsvraag uit die tot doel had het rendement van molens te verhogen. Deze stimulans resulteerde in tal van ontwerpen. Later ontwierpen ook anderen diverse wiekverbeteringen.
Sommige wiekverbeteringen zijn zo efficiënt dat veel molens die ermee werden uitgerust bij harde wind te snel liepen, met extra belasting van de vang als gevolg. Dit probleem wist men grotendeels op te lossen door de toepassing van remkleppen of regelborden
We kennen verbeteringen aan de windbordzijde en aan de hekzijde. Verbeteringen aan de hekwerkzijde geven vooral vergroting van het bedieningsgemak voor de molenaar. Verbeteringen aan de windbordzijde geven vooral een beter rendement door een betere stroomlijn. Het Bilau-wieksysteem kan tot beide groepen worden gerekend.
Ze zitten op ⅓ van boven. Dit maakt het mogelijk voor de wind om de klepjes open te blazen. Zouden ze in het midden zitten dan zou de wind op beide helften even hard drukken en zouden ze nooit open gaan. Wat is een groot gevaar bij zelfzwichting en wat kun je doen om dat te voorkomen?
Dan dicht, de losse bezaan staat onderaan (en het gewicht houdt hem daar).
De roe wordt er helemaal door omkleed wat inspectie moeilijk maakt.
Nee, de Busselneus is bij de askop dikker dan bij de onderste heklat, zie pagina 40 in het boek. Dit omdat de heklatten in de neus eindigen en die naar onderen toen in een steeds dunner wordende roe en onder een naar buiten toenemende hoek staan. Een molen met systeem Fauël en een molen met een half-Dekker wiek hebben een overeenkomst. Welke?
Beide kennen een luchtspleet waardoor lucht achter het zeil wordt langsgeleid.
Het grote nadeel is de zware en dure constructie. De oude roeden waren niet berekend op zoveel extra gewicht (ca. 1 ton!), soms braken de roeden. Ook de vang hield het niet altijd.
Dat is Van Riet. Je bent dan in Nispen, Colijnsplaat of Eindewege.
Nee. Omdat het duidelijk is dat het niet om een verdekkerd (van systeem Dekker voorzien) gevlucht kan gaan – Bilau en Dekker sluiten elkaar uit - moet het wel een andere verbetering van Dekker zijn. Het is dus waarschijnlijk een molen met het Dekker centrifugaalsysteem. Daarvan zijn er nog 11 in Nederland.
Niet waar, je mag bij alle molenaars lessen, maar je instructeur(s) zijn wel degenen die je opleiding coordineren. Maar als je naast je les op zaterdag ook nog op andere dagen op molens wilt lessen is dat natuurlijk prima. Vergeet je maalboekje niet af te laten tekenen.
Bij een depressie ga je met je .. eh.. rug in de wind staan. De kern ligt dan links(voor) je.