Les 23
(2018)

De vang dient allereerst om de draaiende molen te vangen (stil te zetten) en vervolgens ook stil te houden. Hij werkt als een soort trommelrem om het bovenwiel heen. N.B. de remkracht werkt niet of nauwelijks bij achteruitdraaien, dus bij wind van achter onmiddellijk de teruglooppal aanbrengen.

Hollandse stutvang, Vlaamse vang, houten bandvang en stalen bandvang.

Een houten hoepelvang bestaat uit een kromgebogen plank, vaak ingezaagd om gemakkelijker te buigen die om het bovenwiel heen zit. Hij is op eigenlijk dezelfde manier bevestigd als de Vlaamse vang, dus met koebouten en een sabelijzer. De ijzeren of stalen bandvang is een ronde stalen hoepel die, net als de houten bandvang rond het bovenwiel heen zit met dezelfde bevestiging. De ijzeren vang is bedrijfszekerder dan de houten want sterker. Meestal maakt dit soort vang meer lawaai tijdens het vangen en daar moet je wel aan wennen.

De vang wordt per definitie aangetrokken en gelost door de vangbalk, een houten balk waardoorheen het sabelijzer dat aan het begin van de eigenlijke vang zit.

De vangbalk draait in de ezel of voorste hanger en iets verderop steekt het sabelijzer door de vangbalk met een ijzeren pen. De vangbalk kan worden gelicht met een trommel, een binnenvangstok, of een buitenvangstok.

Bij een trommelvang, een binnenvangstok en een buitenvangstok met klink moet de vangbalk met pen rechtstandig worden opgetrokken en de pen in de klink gelegd. Bij een vangbalk met duim moet je eerst naar links lopen zodat de vangstok de vangbalk met kram tegen de achterste hanger drukt bij het lichten en daardoor de kram op de duim wordt geplaatst.

Het ballastkistje zit meestal aan het eind van de vangbalk vlakbij de binnen­vangketting met erin een afgedankt halslager of zoiets als extra gewicht voor de vangwerking.

Afhankelijk van de vangwijze kan de buitenwipstok aan een metalen oog hangen (vang met duim) of op een oplegging liggen (vang met klink).

Een klinkvang. Door het korte rukje beweegt de klink even naar achteren waardoor de klinkpen langs de klink naar beneden kan en de vangbalk kan gaan vangen.

Dit lijkt maar zo, door het snelle opstijgen van warme lucht in de bui trekt dit vacuüm lucht van alle kanten aan. De lucht trekt dus naar de bui toe waardoor het lijkt dat de bui tegen de wind in komt. Als je tijd genoeg hebt onmiddellijk afzeilen, stilzetten, roeketting en bliksembeveiliging erop en niet vergeten de teruglooppal erop. Naar binnen gaan en wachten tot het over is. Bij te weinig tijd (NIET GOED OPGELET DUS) molen stilzetten, teruglooppal, bliksembeveiliging en roedeketting plaatsen. Vervolgens naar binnen gaan en wachten tot het over is.

Een kneppel is een onderdeel van het hangereel, een raamwerk bij de vangketting. Met de kneppel kan nog meer druk worden uitgeoefend op de vangbalk. Hij wordt pas in werking gesteld bij stilstaande, gevangen molen.

De lendestut, de vorkstutten, de rijklamp en een kettinkje aan het buikstuk zorgen ervoor dat de vangstukken op hun plaats blijven tijdens het draaien.

Een klampvang werkt hetzelfde als een vang met duim. Dus de vangstok naar de staartbalk bewegen en dan de vang lichten. De (houten) klamp die aan de achterste hanger zit, valt dan in een daartoe uitgehakte kast in de vangbalk en blijft door de afschuining van zowel klamp als binnenzijde van de kast op z’n plaats zitten zoals de duim en kram.

🔝