Les 16
(2019)

Rollenkuiwerk en schuifkruiwerk.

Rollenkruiwerken: houten en gietijzeren rollen, Engels en paltrokkruiwerk. Schuifkruiwerken: neuten-, voeghouten- en zetelkruiwerk.

Standerdmolens, wipmolens, spinnekoppen en weidemolens.

Rollenkruiwerken (niet Engels en paltrok) en neutenkruiwerken.

De rollen lopen over een rail en hebben flenzen zodat ze niet van de rail aflopen. Er zit wel een soort kuip omheen maar die is om water tegen te houden.

De buitendiameter bij het kruiwerk is groter dan de binnendiameter. Rechte rollen zouden hierdoor kunnen gaan wringen en kapotgaan.

De keerkuip voorkomt dat de kap van de kruiring afschuift. In deze keerkuip zitten kuipneuten en die zorgen ervoor dat de overring en daardoor de kap, op zijn plaats blijft.

Een voeghouten kruiwerk heeft keerklossen aan de binnenkant van de kruiring die voorkomen dat de kap kan afschuiven. Het neutenkruiwerk heeft een overring die op z’n plek moet worden gehouden met een keerkuip.

De overring zit onder de voeghouten en is onderdeel van de kap. Hij is zwaarder uitgevoerd dan de kruivloer. Beide zijn overigens licht afgeschuind naar buiten toe omdat de rollen iets kegelvormig zijn (zie ook vraag 8) Bij een neutenkruiwerk is dit niet nodig omdat de neuten in de kruivloer gewoon recht zijn en de overring dus ook recht.

Iepenhout is een erg vast houtsoort die moeilijk splijt.

Een rollenwagen is een binnen- en een buitenvelg waartussen de rollen zijn gemonteerd, gescheiden door dammen. Een rollensluis is een afneembaar stuk kruivloer waar kapotte rollen kunnen worden vervangen.

De asjes van de rollen worden gesmeerd met en beetje olie ( tegen het roesten, verder moeten de buitenzijde van de rollenwagens, de buitenzijde van de overring en de kopse kanten van de rollen worden gesmeerd. Hier kan gewoon reuzel voor worden gebruikt.

De kuip wordt met lange spiebouten vastgezet aan boventafelement en kruivloer. Vaak komt er nog een metalen band om de kuip om hem goed strak bij elkaar te houden.

Om snelle slijtage tegen te gaan.

Ze kunnen simpelweg naar binnen worden getrokken en verwijderd.

Domphaken zijn haken die moeten voorkomen dat de kap voorover kan kantelen. Ze zitten meestal aan de voeghouten vast vlak bij de penbalk en haken onder de kruivloer. Ze komen meestal op de wat kleinere molens (Friese mounts) voor.

Smering van de bovenkant en de binnenkant van de kruivloer met reuzel.

Bij de standerdmolen wordt de stormpen via een smeergleuf in de steenbalk of brasem gesmeerd en de zetel via het achterkalf. Bij de wipmolens zijn er twee zetels die moeten worden gesmeerd via smeersleuven en ook de raakvlakken tussen voegburrie en onderzetel. De spinnekop wordt hetzelfde gesmeerd. En de weidemolen is nog simpeler, luikje openmaken beetje vet op en onder de dragende en draaiende gedeelten en luikje weer dicht.

Wind uit het ZO is geen blijver en is grillig. Er is een depressie in de buurt, of een kern kan recht over trekken. Let op bewolking en of de wind wil krimpen. Alert zijn op frontaal of warmteonweer. Zorg dat je op tijd kan reageren.

🔝