Hij moet de vang regelmatig (bij stilstand) controleren op staat en werking. Hij moet klein afstel- en onderhoudswerk aan de vang zelf kunnen verrichten, zoals het versteken van de vang en het verstellen van de vang (rijklamp en rust).
De vang zou blijven hangen waar hij hangt. Hij zit niet aan het bovenwiel vast, al lijkt dat wel zo als de vang er op ligt.
Bij een vaste of stijve vang koppelt één paar maanijzers twee vangstukken aan elkaar. Deze kunnen daardoor ten opzichte van elkaar niet bewegen (scharnieren). Bij een losse of scharnierende vang bestaat elke koppeling uit twee paar maanijzers, die door middel van een bout met elkaar zijn verbonden. Deze bout bevindt zich tussen de twee vangstukken die nu wel ten opzichte van elkaar kunnen bewegen.
Als de maanijzers het bovenwiel bijna raken moeten ze worden verzet. Natuurlijk is het ook mogelijk om nieuwe vangstukken te kopen, maar.. dat is duurder!
Het buikstuk slijt het snelst omdat dit het eerst en het zwaarst belast wordt als men de vang oplegt.
De kromgebogen plank die de hoepelvang vormt wordt dandeels ingezaagd.
Zowel koebout als stut houden de vang tegen bij het vangen. Door de frictie van de vang tegen het draaiende bovenwiel zou de vang mee gaan draaien of schuiven, de koebout of de stut voorkomen dit.
Omdat er geen buikstuk is, dus kan die koebout nergens aan vast worden gezet.
De stalen bandvang is ongeveer 6 mm dik.
De houten bandvang is ongeveer 4 cm dik.
Er loopt dan vrijwel zeker constant water via de wipstok in de molen. Dat kan tot rot en schimmel leiden.
Nee, in dit geval niet want het water loopt via de wipstok naar buiten. Maar .. de molens die wij als vrijwilligers draaien staan meestal op de vang ..
Die kun je niet vangen of niet lichten! Bij een molen met een duim moet de vangstok heen en weer kunnen en een hangereel zorgt er juist voor dat dat niet kan.
Door het eigen gewicht van de vang zou deze boven op het bovenwiel blijven slepen terwijl er onderaan bij het buikstuk een flinke ruimte tussen bovenwiel en vang zou ontstaan. Bij een gelichte vang staat de rijklamp op de rust en houdt zo het teenstuk op zijn plek. Verder is de onderkant van de teen schuin waardoor ook de afstand tussen teenstuk c.q. de bandvang juist blijft.
Als fijnafstelling kan men, indien nodig, één of meer dunne plankjes aanbrengen tussen rust en rijklamp.
De lendestut staat op het rechtervoeghout of op de rechterdaklijst en is aan de bovenzijde vastgemaakt aan een gording. De lendestut heeft tot taak om het sabelstuk (of het begin van de bandvang) te geleiden en te voorkomen dat het te ver zijwaarts van het bovenwiel wordt weggedrukt als de vang wordt gelicht.