Molens moesten om te kunnen concurreren een hoger rendement krijgen vanwege de ontwikkeling van stoom en electro-tractie en vooral na WO I begon men zich hierop toe te leggen.
Dekkerwiek, halfdekkerwiek, Busselneus, fokwiek.
Zelfzwichting, Van Riet systeem, Ten Have systeem, Bilauwiek
De wiekverbetering zit vóór en het wieksysteem achter de roede.
In Engeland eind 18e eeuw, het roller reefing systeem met oprolbare horizontale zeiltjes ontwikkelde zich tot draaibare houten kleppen die uiteindelijk het beste voldeden.
De molen heeft een regelmatiger gang, er hoeft niet steeds zeil weggenomen of bijgelegd te worden en de snelheid kan worden ingesteld.
De molen redt zich wel alleen en de molenaar kan bijv. sloten gaan schoonmaken. Dit gebeurde overigens wel als de wind en de windrichting betrouwbaar waren, bijv. oostelijk
Zelfzwichters zijn gevoelig voor wind in de rug. Als de kleppen niet voldoende beveiligd zijn tegen dichtklappen kan de molen achteruit gaan lopen met alle gevolgen vandien.
De kleppen gaan open en dicht d.m.v. een ziwchtstang die door de bovenas heenloopt. Deze stang kan voor en achteruit worden bewogen met een hevel aan de achterkant. Aan de voorkant zit een spin die kniehefbomen op en neer beweegt en daardoor de trekstangen heen en weer laat gaan zodat de kleppen via de treklatten open en dicht kunnen. De hevel wordt met een ketting via de losse bezaan bediend.
De roede wordt volledig ingepakt waardoor onderhoud moeilijker is, de molen wordt wat hollerig bij vlagerige wind, er is veel zeilslag. Stormgevoelig door de omvang van de wiek
Zeilslag is minder, de molen is minder hollerig, onderhoud aan roeden is goed mogelijk, molen loopt gemakkelijk aan. Maar ook de bussel is stormgevoelig hoewel minder dan de dekker.
Bij een fokwiek is de voorzomer vervangen door een gebogen houten bord die de lucht die hij schept via een spleet achter het zeil laat stromen. Hierdoor ontstaat er een soort onderdruk waardoor de wiek harder gaat trekken.
Hij loopt zeer snel aan ook bij weinig wind en heeft grote trekkracht, geen zeilslag, Onderhoud aan het gevlucht blijft mogelijk
Remkleppen zijn kleppen die aan de voorkant op het eind van de roe zitten. Er zijn automatische remkleppen (deze reageren op wieksnelheid en gaan open als de molen te hard gaat en sluiten zich automatisch weer) en er zijn remkleppen die je kunt bedienen zoals bijv. ook de zelfzwichting.
Als de kleppen zich sluiten tijdens het vangen gaan de wieken weer harder trekken waardoor het vangen moeilijker wordt.