Tussen de onderste en op 1 na onderste heklat, op ongeveer 1/3e van de ruimte tussen die twee latten.
Niets. De wind is stabiel uit het westen, dus heeft de bui zo te merken geen invloed. En hij drijft al ten oosten van je. Door de westenwind zal hij verder van de molen af worden gedreven.
Als het gevlucht één keer rondgaat, gaat de pelsteen ongeveer 10 keer rond.
Als het gevlucht één keer rond gaat gaat de loper 5-7 keer rond, afhankelijk van type molen.
Fokwieken. De kennen nauwelijks of geen zeilslag.
Alle wieksystemen zonder zeil: zelfzwichting, Bilau, Ten Have, Van Riet.
Smeren!
Smeren!
Ongeveer 20 centimeter.
Ongeveer twee omwentelingen van de vijzel bij 1 omwenteling van de bovenas.
Er is geen specifieke vraag met betrekking tot dit antwoord.
Diegene die het zeil voor heeft gelegd licht de vang.
Eens per twee jaar. Wij doen het jaarlijks.
Je kunt een houtje tussen rijklamp en rust plaatsen.
De poldermolenaar maalt nog even door als het polderpeil is bereikt, tot een paar centimeter onder het te bereiken peil.
De kerf is het hogere gedeelte. Het deel dat uit de steen is geslagen heet heel toepasselijk de uitslag.
Om te voelen of het warm wordt, zo ja moet hij de steen wat lichten, of zwichten.
Er is geen specifieke vraag met betrekking tot dit antwoord.
Het zou wat betreft de ruimte misschien wel kunnen maar dan heb je wel twee keer zoveel luchtdoorvoer en dan is de opwaartse luchtstroom niet sterk genoeg om de gerst te laten dansen.
Bij een zuidwesten wind, in onze regio, is er typisch sprake van een depressie boven Engeland. We zitten dan in de onderkant van de depressie, waar de fronten (regen) langskomen.
Het bovenwiel draait rechtsom (uit de kap gezien) dus de bovenbonkelaar linksom van boven gezien, dus de onderbonkelaar ook linksom van boven gezien, dus het vijzelwiel rechtsom vanaf de staufferpot (onderaan de vijzel) gezien.
Ja, het is vrijwel zeker een binnenkruier en die hebben geen staartbalk!
Dagelijkse gang: 's morgens een kind, 's middags een man, 's avonds is er niets meer van.