De lijnen heten isobaren en verbinden alle punten met gelijke luchtdruk en dit wordt weer aangegeven met de getallen die erbij staan.
Dan ontstaat condens of regen. De kouder wordende lucht kan minder waterdamp bevatten dan er in zit. Het lijkt wat op een spons die uitgeknepen wordt: de luchtmoleculen komen dichter bij elkaar en persen de waterdampmoleculen er uit.
Een bui brengt zijn eigen wind mee. Bij de nadering van een bui zal de relatief warme lucht voor de bui opstijgen en er ontstaat een “zuiging” naar de bui toe. De afkoeling in de bui zorgt dan weer voor valwinden vooral aan de voorkant van de bui. Deze valwinden kunnen erg heftig zijn en daarna gaat het meestal hard regenen. Omdat je niet precies weet hoe hard het zal gaan waaien is het verstandig om de molen stil te zetten, bliksemafleider erop en aan de ketting.
Een koufront komt ontstuimig op, er is een duidelijke buienlijn te zien die snel naderbij komt. Vaak zie je de neerslag al uit het front vallen. De wind neemt toe en er is gevaar voor buienwind. Na overtrekken van het front is de temperatuur gedaald, het is merkbaar kouder geworden.
Onweer! ‘s Zomers is de Zuidoostelijke wind wisselvallig en onstabiel. Slechte maalwind en onweershoek.
Het klopt dat er tussen twee punten van een isobaar geen drukverschil is. Maar er is wel degelijk drukverschil met punten die net even boven onder de isobaar liggen. De wind beweegt zich draaiend naar de kern van de depressie en passeert dus de isobaar onder een heel kleine hoek.
De kap met een voeghouten kruiwerk.
Buiten de kap zitten de schoren aan de spruiten vast. Hiermee wordt de kracht van de kruikabel overgebracht van de staartbalk naar de kap.
De scheg is een verbreding van de bovenkant van het achtkant en zit aan de buitenkant van elke achtkantstijl. Zo is er meer draagvlak voor het boventafelement.
De verbinding blijft veel sterker als er maar een klein deel wordt weggenomen bij de verbinding.
Met bouten die door de kruiring en het boventafelement heen gaan en waarvan de kop is verzonken.
Dat is een bout waarmee het boventafelement aan de achtkantstijl is verbonden. De roosbout gaat door het boventafelement en heeft een lange schacht, die met krammen aan de achtkantstijlen zijn bevestigt.
Voeghout, wethouder, burgemeester, wethouder en voeghout.
Voeghout, steunder, Voeghout.
Tempelbalk is een andere naam voor steunder.
Niet. De kap ligt los op het achtkant.
Omdat de onderdelen precies op elkaar passend zijn gemaakt, maar niet allemaal precies gelijk zijn, is het nodig dat de onderdelen genummerd worden zodat bij uit elkaar halen en weer in elkaar zetten van de molen de boel weer netjes past. Net als bij steekborden is het verschil vaak niet zo heel groot maar wel zo groot dat het niet past als je de boel verwisselt.