Dat is de vorming van neerslag uit ondergekoelde waterdruppels. Het wordt veroorzaakt door het gegeven dat de dampdruk boven (onderkoeld) water hoger is dan boven ijs. De aanwezige ijskristallen groeien dus aan, worden steeds zwaarder en vallen uiteindelijke uit de wolk.
Dat is een rug, een uitloper van een Hogedrukgebied.
Dat is een trog. Dat is een uitloper van een Lagedrukgebied.
De dagelijkse gang van wind is ‘smorgens niet al te veel wind, ‘smiddags trekt hij aan en ‘s avonds houdt hij er weer mee op.
Dat is een instrument om windsnelheid te meten.
Tot maximaal 35 km.
Die neemt dan af. Warme lucht kan meer waterdamp opnemen dan koudere.
Ja. Je eigen waarneming vanaf de stelling of van je molenerf blijft de belangrijkste voorspelling.
De molen is het meest gebaat bij een vrije windvang. Niet alle projectontwikkelaars houden hier rekening mee.
De vrijwillig molenaar mag tot 7 (dus: tot en met 6) Beaufort draaien met de molen.
Je gaat met je rug in de wind staan, de kern ligt dan op ongeveer 10 uur (links van je). Het is van belang op te weten waar de kern ligt omdat je dan de windrichting en het weer enigszins kunt voorspellen.
Het gaat vrijwel zeker om een warmtefront, dus - nomen est omen! - is het daarna warmer, je komt dan in de zogenaamde "warme zone".
Hij moet met één hand losgetrokken kunnen worden, maar tijdens het malen of draaien niet losgaan.
Omdat er meerdere zwichtstanden zijn, afhankelijk van de windkracht.
De molenbiotoop is de omgeving van de molen. We beoordelen deze vanuit de belangen van de molen en molenaar.