De prestatie van de windmolen bleef bedenkelijk achter bij die van machines aangedreven door nieuwe energiebronnen als elektriciteit.
Nee, het is een heel nieuw wieksysteem.
Het "Potgevlucht" dat op de molen van Pot in Kropswolde zit sinds 2021. Op beide (nieuwe) roeden zijn de onderste meters van de voorzomen als Van Busselneuzen uitgevoerd, het bovenste gedeelte is een fok. De achterzomen zijn uitgevoerd als grote zwichtkleppen in de stijl van Van Riet, evenwel scharnieren zij naar verluidt andersom. Dit alles geheel in metaal uitgevoerd.
Ze zijn zo efficiënt dat veel molens die ermee worden uitgerust bij harde wind te snel lopen, met extra belasting van de vang als gevolg.
Het dient vooral het gemak van de molenaar. Die hoeft geen zeil meer voor te leggen of weg te halen. Het zelfregelend karakter van het gevlucht in combinatie met regulateurs gaf een vrijwel ideale en constant ideale rotatiesnelheid van de stenen.
Omdat daar de klepjes zitten.
Looplatten.
Het zijn er minder en ze staan verder uit elkaar.
De zelfzwichter moet eigenlijk altijd met zijn gevlucht recht in de wind staan, ook bij stilstand. Als dat niet zo is dan wordt het gevlucht zwaar belast omdat de klepjes dan wind vangen. Komt de wind recht van achteren dan worden de klepjes, ondanks de vastgezette ketting, door de speling in het hele systeem dichtgedrukt. De molen kan dan zelfs achteruit gaan draaien.
Dit kan men voorkomen door de treklatten te borgen of een blok in de slee te laten zakken.
De spin naar achteren dus de knietjes drukken de treklat naar beneden. De klepjes zijn open.
Niets, die blijft als het goed is keurig op zijn plek. Hij dient om de ketting rond te leiden.
De nadelen van Dekker-wieken zijn: zeilslag, moeilijk om bij de ingebouwde roe te komen voor onderhoud, Vernieuwen van heklatten is problematisch. Het gevlucht vangt ook bij stilstand veel wind en is dus minder stormveilig.
De fokwiek (Fauël wiek) is een achter en naast de roe aangebrachte halfronde constructie die de windborden vervangt en de wind van voor naar achter het gevlucht leidt. De zo onstane windstroom zorgt voor onderdruk achter de zeilen wat zeilslag vrijwel onmogelijk maakt en veel extra kracht oplevert.