Les 23
(2022)

Hij moet de vang regelmatig (bij stilstand) controleren op staat en werking. Hij moet klein afstel- en onderhoudswerk aan de vang zelf kunnen verrichten, zoals het versteken van de vang en het verstellen van de vang (rijklamp en rust)

De vang zou blijven hangen waar hij hangt. Hij zit niet aan het bovenwiel vast, al lijkt dat wel zo als de vang er op ligt.

Bij een vaste of stijve vang koppelt één paar maanijzers twee vangstukken aan elkaar. Deze kunnen daardoor ten opzichte van elkaar niet bewegen (scharnieren). Bij een losse of scharnierende vang bestaat elke koppeling uit twee paar maanijzers, die door middel van een bout met elkaar zijn verbonden. Deze bout bevindt zich tussen de twee vangstukken die nu wel ten opzichte van elkaar kunnen bewegen.

Als de maanijzers het bovenwiel bijna raken moeten ze worden verzet. Natuurlijk is het ook mogelijk om nieuwe vangstukken te kopen, maar.. dat is duurder!

Het buikstuk slijt het snelst omdat dit het eerst en het zwaarst belast wordt als men de vang oplegt.

De kromgebogen plank die de hoepelvang vormt wordt dan deels ingezaagd.

Zowel koebout als stut houden de vang tegen bij het vangen. Door de frictie van de vang tegen het draaiende bovenwiel zou de vang mee gaan draaien of schuiven, de koebout of de stut voorkomen dit.

Omdat er geen buikstuk is, dus kan die koebout nergens aan vast worden gezet.

De stalen bandvang is ongeveer 6 mm dik.

Dit is een klinkvang, hierbij wordt de klink even achteruit bewogen waardoor hij langs de klinkpen kan glijden en de molen gevangen kan worden.

Hier hebben we een vang met duim. De wipstok moet hierbij even naar binnenzwaaien zodat de vangbalk met de kram in de duim kan worden gelegd en het bovenwiel vrijkomt om te draaien.

De lendestut zit op het rechtervoeghout en zorgt ervoor dat het sabelstuk niet naar links of rechts kan bewegen maar alleen op en neer.

De vorkstutten zitten vast aan de kapspant of gording boven de vang en zorgen ervoor dat de vangstukken niet wegkunnen van het bovenwiel als de vang gelicht is.

Ook hier zorgt die dat het buikstuk op z’n plaats blijft bij gelichte vang.

Als de vang gaat slijten moet hij worden verstoken en daarvoor wordt het sabelijzer zoveel verder in de vangbalk gestoken dat de vangbalk hoger komt te zitten en de vang weer beter werkt.

De ezel is de voorste hanger waar de vangbalk doorheen gestoken is

Dit is om meer gewicht op de vang te kunnen zetten, waardoor hij beter vangt. Moet je de stalen bandvang ook smeren?

Ja, zo nu en dan eens. Wanneer de vang slecht gaat worden tijdens het vangen of vreselijk gaat brullen kan een flinke schep scherpzand- plus een vingertje reuzel wonderen verrichten waardoor het staal weer ontroest wordt.

Bij het vangen moet de vangbalk eerst met een kort rukje een eindje omhoog worden gebracht. Daardoor schiet de bout uit de haak en zwaait de haak naar voren. Tijdens de zwaai laat de molenaar de vangbalk snel een eindje zakken om te voorkomen dat de bout opnieuw in de inkeping terechtkomt. Dit vereist de nodige oefening. Bij gebruik van een haak om de vangbalk op te hangen hoeft de vangbalk dus alleen maar een verticale beweging te maken.

Dat zal een klinkvang zijn, want het touw staat geen beweging naar links of rechts toe. Het kan geen knevelvang zijn, dan is het gat sleutelvormig. Het zou ook nog een trekvang kunnen zijn, maar die komt niet in Groningen voor, maar alleen bij de spinnekop in de Zaanstreek.

Bij de evenaar loopt het trektouw door de evenaar over een rol naar beneden en zit aan de vangbalk vast. Bij de binnenvangstok loopt het trektouw naar het uiteinde van de binnenvangstok. In beide gevallen zit de andere kant aan de vangbalk met een ketting of touw. Bij de evenaar zijn er dus twee touwen in de vangbalk bevestigd, bij de binnenvangstok één.

De klamp (kast in de vangbalk waar een houten "duim" insteekt). De trekvang (vastzetten met een kieft). En dan nog de knevelvang (sleutelgat met een dwarshoutje door het touw).

Het is niet nodig, je kunt van te voren op de juiste plek gaan staan. Het is ook gevaarlijk: je kunt uitglijden of struikelen en als je dan in een reflex je touw of ketting loslaat kan de vang er met een smak opkwakken wat schade kan veroorzaken.

Vaak een stalen bandvang die met een hefboompje wordt aangetrokken, het hefboompje kun je dan achter een klamp of houten pen of iets dergelijks vastzetten.

De vangstukken worden bij terugdraaien van het bovenwiel een beetje gelicht en remmen niet goed af. De vang is gebouwd om correct draaiende bovenwielen te remmen. Komt de wind van achteren is de kans groot dat de molen toch zwaar aanslepend gaat draaien, met brandgevaar als gevolg. Daarom zit er een kampal in de molen. Paul: hoe heet het driehoekig stukje hout tussen de voorzomer en de heklat?

De kluft.

🔝