Les 36
(2022)

Ja, dat is mogelijk. De eerste oliemolens in Vlaanderen, de “stampmolens”, waren standerdmolens.

Lijnolie, hennep-olie, raapolie, pindaolie, veekoeken.

De veekoeken. Veel olie werd in Amsterdam op de beurs verkocht, waardoor de prijzen sterk konden schommelen. Veekoeken waren daarentegen altijd gewild en hadden een goede prijs.

We zien bij oliemolens twee ontwikkelingen. De eerste was de enkelwerks oliemolen, later volgde de dubbelwerks oliemolen.

Dat was de Oosterdorper Watermolen in Haaksbergen. Daar zit een enkelslags oliewerk in.

Twee: het voorslagblok en het naslagblok.

Bij de voorslag wordt ongeveer 75% van de olie uit het zaad geperst. Na de naslag bevat de koek nog slechts 8 tot 12% van de oorspronkelijk in het zaad aanwezige olie. Het scheelt dus ongeveer 15 procent.

De beide kantstenen lopen maar op één plek op het doodsbed precies op het juiste spoor. Omdat de kantstenen breed zijn lopen ze op alle andere plaatsen net iets te snel (binnenkant) of te langzaam (buitenkant). Daardoor ontstaat wrijving / kneuzing.

De stamperpotten op molens met kantstenen zijn om de koeken, die zijn onstaan tijdens de voorslag, fijn te kunnen stampen tot meel, dat dan nogmaals wordt verwarmd op het vuister om zo in de naslag nog meer olie op te leveren.

De merries plassen over hun staart, wat de structuur van het haar verzwakt.

Als de molen te snel draait krijgt de slaghei niet voldoende tijd om te vallen en dus blijft hij als het waren “dansen” op de vuisten. Dat heet spaken. Zwichten is de remedie.

De spaak is een in de wentel as bevestigde balk die bedoeld is om de hei op te tillen. De hei heeft daartoe een vuist., dat is soms een dwars door de hei gestoken balk, soms een in/op de balk gemonteerde verdikking. De heef is een alternatieve constructie in plaats van spaken: dit is een op de wentel as bevestigd raamwerk met rollen dat de (vuisten op de) heien licht.

Een slagblok is meestal onderverdeeld in een perslade en stamperpotten.

Dat doe je door de losbeitel aan te slaan.

Plankjes, touw of oude jute zakken.

De naslag geeft bij elke omwenteling van de wentelas drie slagen, tegen twee bij de voorslag. De druk in de naslag wordt echter hoger dan in de voorslag omdat de naslaglade smaller is, de bulen dus kleiner zijn en de slagbeitel spitser van vorm is. Door deze hogere druk van ca. 350 hPa wordt in de naslag nog ongeveer 5% extra olie uit het meel geperst.

Het is van belang om te weten dat bij het ruimend kruien de stampers en de heien geschort moeten zijn. Bij het ruimend kruien draait de wentelas tegen de normale draairichting in. Daardoor kan het voorkomen dat een spaak op de bovenkant van een vuist terechtkomt. Omdat dit tot schade kan leiden moeten bij achteruitdraaien van de wentelas alle heien geschort zijn.

🔝