Het kan in theorie vanaf windkracht 5 dus wie weet!
Een harp is een soort zeef. De koude heet zo omdat het product wat er op gezeefd werd nog koud was, dus: ongepeld. Dat diende om stokjes, strootjes en steentjes uit te zeven. Als de gerst gepeld was werd hij warm, en werd op de daarom dus warme harp genoemde zeef gezeefd, om hem te ontdoen van schillen en stof.
De ene helft van de gaatjes wordt van binnen naar buiten geslagen, de andere helft net andersom. Zo kan de dust er goed uit door de gaatjes van binnen naar buiten en worden de gerstekorrels mooi geschuurd door de bramen van de gaatjes van buiten naar binnen.
Pelmolens hebben van oudsher een breed hek (tot 185 cm) en brede (tot wel 80 cm) en naar voren komende windborden. Daarnaast hebben ze een diepe zeeg om de voor het pellen benodigde kracht te kunnen ontwikkelen.
De Groninger pelmolens hadden naast twee pelstenen bijna altijd ook maalstenen. Men kon dan bij minder wind malen in plaats van pellen.
De Zaanse stenen hadden 6 wat smallere zoggaten, de Groninger 4 wat bredere.
Een andere naam voor zoggaten is “waaikerven”.
De dustgroup is de ruimte rond de kuip waar de pel (of dust, schil) van de gerst in wordt geblazen, door de uitgaande gaatjes van het pelblik. De dustgroep verzamelt de dust.
De schilddeksels liggen een paar centimeter boven de loper en sluiten goed op de kuipranden.
De zoggaten zijn aan één zijde bekleed met smeedstalen strippen, de zogijzers (kerfijzers) die een te snelle slijtage van de steen op die plaats moeten voorkomen.
Het handgat is een uitslag van/naast het gat in de pelsteen waar de rijn in is bevestigd. Het dient er voor om de steenbus te kunnen smeren en bij de neuten rond de bolspil te kunnen komen.
Voornamelijk omdat de dust er anders niet uit zou vliegen. De gaatjes met het blik naar buiten geslagen geleiden de dust. Tweede voordeel is dat, door het pelblik dubbelzijdig te slaan, men het eenvoudig kan omkeren wanneer de binnenzijde stomp gepeld is.
Voor het aanpassen van de diameter van de kuip gebruikt men kuipstokken van ~11 mm dikte die tussen de pelsteen en de kuip worden gezet. In de kuip zijn passtukken aangebracht waarmee de omtrek / diameter van de kuip aangepast kan worden.
Het is soms nodig de diameter van de kuip aan te passen omdat de pelsteen slijt.
Dat is de steen waarvan de bolspil géén schijf met aandrijfriem heeft!
In Groningen is gort (gepelde gerst) nog lang volksvoedsel gebleven, er bleef dus meer vraag naar gort.