Les 08
(2024)

Het sintelstuk is van metaal gemaakt.

Van hout. Het zijn de 4 kromme balken die de schoepen (scheppen) van het scheprad dragen.

Dat is de rond gezaagde plank naast het stormluik, over de hoekstijl getimmerd, dus aan de buitenkant.

Dat ligt aan breedte en hoogte van het scheprad, maar anderhalve meter is zo ongeveer wel het maximum.

Men bouwde een molengang, getrapte bemaling met middenkolken.

Ongeveer 400.

Ja, die zit aan de vijzel vast.

Nee, maar de windgedreven watermolen wel!

De poldermolen.

In het voorjaar of de zomer, om zo de gewassen te bewateren.

De roerom is een eenvoudig horizontaal schepradje opgebouwd uit vier planken om een as.

Binnen in de molen, die net niet binnen de molen past, vandaar dat hok.

Het weghouden van drijvend afval. Een krooshek - houdt kroos niet tegen. Of plastic flesjes, blikjes en ander drijvend ongemak.

Je kunt een balk voor het krooshek laten drijven. In het simpelste geval met twee touwen links en rechts vastgemaakt zodat hij op en neer mee kan drijven met het polderpeil.

Dat klopt, het was ooit zelfs bij de molen van de Groote Polder zo!

Die daalt, je komt in de koude lucht achter dat front terecht.

Het koufront ligt aan kop van een grote massa koude lucht, waarin de moleculen dicht op elkaar zitten. Die koude lucht komt niet snel op gang maar als hij eenmaal op gang is zet hij goed door en drukt dan de warme dunnere lucht makkelijk weg. De warme lucht achter het warmtefront moet zich met veel moeite over de koude polaire lucht persen. Daarom gaat het langzaam. De koude lucht - de Romeinse soldaten - haalt dus de warme lucht - de juffertjes met parasolletjes - in.

Regennest!

Omdat in het Zuidwesten het kanaal en de Atlantische Oceaan liggen. In de winter is het water daar nog relatief warm en warmt de lucht erboven op - lage druk. Die lage druk zuigt vochtige lucht aan over ons land.

🔝