Een wottermeuln is in het Gronings een poldermolen die water opvoert en een watermolen is een door water aangedreven molen.
Werken bij windstil weer. Maar als het water op is (laag water) heeft de watermolen weer een probleem.
Het verschil zit hem in de plaats waar het water tegen het rad loopt en daardoor ook de draairichting. Bij een midden- en onderslagmolen draait de bovenzijde van het rad in tegengestelde richting dan de richting van het water en bij de bovenslagmolens draait de bovenzijde dezelfde richting op als het water.
Voor zover bekend heeft Groningen bij Ter Apel in “De Ruiten Aa” 1 watermolen gehad. Deze is terug te vinden in de molendatabase.
Een ronde stenen molen loopt taps toe naar boven. Bovenin zit minder ruimte dan onderin per verdieping. Een torenmolen blijft in ieder geval aan de buitenzijde even groot. Soms zijn de muren boven in wat dunner.
Een rosmolen, een molen aangedreven door paarden, ezels, soms honden en zelfs door mensen.
Omdat er vele molens zijn met een stenen voet en een houten molen er op. Bij watermolen komt ook een mix voor zoals de vakwerk-watermolens: houten balken met een steenachtig materiaal er tussen op een stenen voet.
Het grote voordeel van een beltmolen is dat de paarden onder het gevlucht door de invaart in konden rijden, graan brengen en maalgoed ophalen, en dan de uitvaart weer uit konden, alles met draaiende molen.
Bergmolens vind je in het zuiden en beltmolens in het oosten. Het is slechts de benaming die verschilt. De basis uitvoering is hetzelfde.
Als molenaar heb je liever een depressie die ten zuiden langs je molen trekt. Je kunt nl met deze depressie mee kruien! Zie HWV pagina 22.
Het front kenmerkt zich door een sterke wolkenband met een donkere rand aan de onderzijde. Vaak is goed in de verte te zien dat het op de frontlijn al regent.
Je doet een AM radio aan om ontladingen van bliksem ruim van tevoren waar te nemen.
Nee, want dan is zelfs met de opwarming van de zon de aarde op het land kouder dan de zeetemperatuur.