Les 28
(2025)

Als alle wiggen goed vast zitten, mag je draaien. Stop na een half uur en ga naar boven om de hals te voelen. Doe dit ook na een uur. Als de hals dan niet warm wordt, is de scheur geen probleem, maar wel een aandachtspunt.

Je controleert uitgebreid de molen, zowel het staande als het gaande werk. Test de kammen en staven op losse onderdelen. Controleer of de beet goed is (bij een normale stand moet de dikte van de kam ook de tegenovergestelde kam raken). Kijk of het kruiwerk niet verzakt is. Controleer of al het gaande werk goed gesmeerd is en smeer het zonodig (tap, hals, pen). Controleer of de kammen goed in de was zitten en of er geen scheuren in het gaande werk zitten die tot problemen kunnen leiden.

Normaal doe je altijd een kort rondje waarbij je een aantal vaste punten controleert. Houd bij wanneer je ook een keer een grotere controle doet, bijvoorbeeld tegelijk met onderhoud. Denk aan controle van het kruiwerk bij het volledig smeren ervan.

Als het lang droog is geweest, is het erg belangrijk om staven en kammen te controleren op loszitten.

Als je het gaande werk draaiend controleert, doe je dit nooit alleen. Eén van de molenaars staat bij de vang en bedient deze pas wanneer jij aangeeft dat je veilig in de kap zit. Je kijkt en luistert hoe alles loopt. Communiceer duidelijk wanneer je je wilt verplaatsen naar een andere veilige plek.

Je kunt de pen en de hals smeren, de kammen in de was zetten, de tap smeren, het kruiwerk smeren en een likje vet doen op het oog van de vangbalk. Bij een zelfzwichter is het soms ook raadzaam dit mechanisme goed te controleren.

Het gevlucht dient in ongeveer 13-14 enden stil te staan bij een snelheid van 80 enden. Dat is ongeveer 1/6 van het aantal enden.

Controleer op onregelmatige slijtage. Kijk of de vangstukken goed vastzitten. Controleer de maanijzers, lendestut en vorkstutten. Let op de borging van het buikstuk en controleer op scheuren. Kijk of rust en rijklamp in orde zijn. Controleer het draaipunt van de vangbalk in de ezel op voldoende ruimte. Inspecteer metalen onderdelen op scheurtjes of slijtage (vangketting, ketting van het buikstuk, verbindingen bij maanijzers, vanganker, koebouten, draaipunt van de wipstok in de kap).

Voorleggen mag zonder valbeveiliging. Voordragen moet met valbeveiliging.

Achtkantstijlen, vaste legeringsbalken, losse legeringsbalken, korbelen, ondertafelement, boventafelement, hondsoren, scheg, uitbreker/uittimmermantje, veldkruis, veldregel, veldstijl, kinderbalken en vloeren.

Zeilslag moet zo veel mogelijk worden voorkomen om onnodige slijtage aan het zeil en het hekwerk te vermijden.

Bij zware arbeid wordt een schijfloop toegepast in plaats van een bonkelaar. Deze is sterker: het bestaat uit twee schijven met daartussen staven.

Sleepkruiwerk: bijvoorbeeld neutenkruiwerk en voeghoutenkruiwerk; rollenkruiwerk: bijvoorbeeld Engels kruiwerk en zetelkruiwerk: zoals bij een wipmolen, standerdmolen of spinnekop. Dit kan ook in combinatie met neuten in de zetel. Het kruiwerk van een paltrok is geen vierde soort, maar een combinatie van een zetel- en een rollenkruiwerk.

Er komt een koufront op je af dat over ongeveer drie uur bij je zal zijn. Daarvoor ligt een convergentielijn met onweer. Het is vermoedelijk erg warm. De komende uren wordt het drukkend warm en neemt de bewolking snel toe. Er is kans op sterke windstoten. Als je nog wilt gaan draaien, controleer dan alles goed. Liever draai je niet. Berg alles goed op en zorg dat de bliksembeveiliging in orde is.

🔝