Les 29
(2025)

Een uitgewerkte vang houdt in dat de vangbalk om welke reden dan ook niet ver genoeg of helemaal niet meer kan zakken. Je zou dat moeten weten door regelmatig goed te inspecteren. Maar als je dat niet doet, merk je het vooral omdat de vang niet meer goed vangt.

Je kunt bij inspectie eenvoudig controleren of de vang is uitgewerkt door op de vangbalk te gaan zitten. Kijk naar de ezel. Je moet wat kunnen veren en de ezel mag daarbij niet bewegen.

Als het sabelijzer klem loopt, moet je de oorzaak vaststellen en dan de eigenaar van de molen inschakelen. Het herstellen van een vastlopend sabelijzer is molenmakerswerk.

Als je op een molen met klink plots niet meer kunt vangen, kan dat komen doordat de klink (haak) op de vangbalk is komen te staan. Dat had je bij inspectie natuurlijk aan moeten zien komen, want de balk hangt dan al heel laag.

De evenaar is een balkje dat boven de vangbalk is opgehangen en dat in het midden scharniert. Aan het ene eind zit een ketting die naar de vangbalk loopt. Aan het andere eind een wieltje, waarover een touw loopt dat aan één kant door de vangbalk loopt en aan de andere kant naar beneden gaat. Als de evenaar is uitgewerkt, staan ketting en balkje in een rechte lijn en kan de vangbalk niet verder zakken.

Bij inspectie van de koebouten moet je controleren of ze geen speling hebben en goed vastzitten.

Het beste om te doen met gespijkerde maanijzers die los zijn gaan zitten, is de spijkers vervangen door bouten die door het vangstuk lopen. Je kunt ook schroeven gebruiken, maar dan wel met een grotere diameter dan die van het oude spijkergat. In geen geval de spijkers terugslaan: die werken zich vrijwel onmiddellijk weer los in het te grote gat!

Als er een onderdeel van het vangsysteem breekt terwijl men bezig is met vangen, spreken we van vangbreuk. Men kan dan niet meer vangen. De molen moet dan tot stilstand worden gebracht door hem uit de wind te kruien. Dit noemt men ‘vangen met de staart’.

Als bij vangbreuk wordt gevangen met de staart, en de molen nog steeds draait terwijl de bezetketting helemaal is gevierd, dan moet de bezetketting eerst weer kort gezet worden voordat men verder kan kruien. Is de roeketting bereikbaar, dan kan die gebruikt worden als tweede bezetketting. Zo niet, dan de kruiketting of kruidraad naar de andere kant leggen en vastzetten. De kruiketting neemt dan tijdelijk de taak van de bezetketting over. Daarna de bezetketting verkorten en vastzetten, en de kruiketting weer lang naar links leggen.

🔝