De enige wind-aangedreven papiermolen in Nederland heeft de naam ‘De Schoolmeester’.
De bank met het uitstekende mes heet de scheurbank.
Voor het oppompen van schoon water bij papiermolens, ongeveer 175 liter per 1 kg papier, werd een petmolen gebruikt.
Het opgepompte water wordt niet door ijzeren leidingen gepompt om roestvlekken te voorkomen.
Een maalbak wordt ook wel ‘hollander’ genoemd.
De kapperij is een stel messen die naast elkaar in een bak worden neergelaten en weer opgetild.
De bakken die lijken op maalbakken worden 'roerbakken' genoemd.
De schepper en de koetser zijn de eigenlijke papiermakers.
De lange bijgebouwen dienden als droogschuren voor het papier, en de luiken in de zijwanden konden open en dicht om tocht te verkrijgen voor het drogen van de papiervellen.
In het westen van Nederland werden windgedreven papiermolens gebouwd vanwege de beschikbaarheid van schoon water en voldoende wind.
In het oosten en zuiden van Nederland bouwde men watergedreven papiermolens.
De paltrok, standerdmolen, wipmolen, spinnekop en weidemolen vallen onder het type 'kastmolen'.
Als een depressie ten noorden voorbijtrekt, moet je ruimend mee kruien.